recensieJudas van Amos Oz: een recensie
Verraad is het centrale thema in de roman Judas van Amos Oz. De hoofdpersoon is een student die in boeiende gesprekken met een oudere, invalide man gevoelige kwesties bespreekt als de eigen aard van de Joodse religie, de associatie tussen de verrader Judas en het Jodendom, en de spanningen tussen Israël en Palestina. De gesprekken zijn geen abstracte discussies. Twee dode mannen en een theorie over verraad geven de gesprekken een ernst die alleen in een roman naar voren kan komen en wellicht alleen in een roman van de grootmeester Amos Oz. Maar het wordt nooit deprimerend. Nergens ook worden duidelijke antwoorden gegeven. Eigenlijk roept dit boek alleen maar vragen op.
De auteur
Amos Oz is op 4 mei 1939 geboren als Amos Klausner in Jeruzalem en heeft zich een grote reputatie verworven als schrijver. In 2005 kreeg hij de prestigieuze Goethe-prijs voor literatuur die eens in de drie jaar wordt toegekend. Hij wordt ook regelmatig genoemd als kandidaat voor de Nobelprijs voor de literatuur. Zijn oeuvre is omvangrijk en omvat naast romans ook bundelingen van korte verhalen en kinderboeken. Daarnaast zijn er meer dan 400 artikelen en essays van zijn hand verschenen over de Hebreeuwse literatuur alsook over de situatie(s) in het Midden-Oosten. Hij heeft zich ontpopt als een ferm voorstander van een twee-statenoplossing voor het conflict tussen Israël en Palestina en is gekant tegen het religieus geïnspireerd zionisme en religieus fanatisme in het algemeen.
De roman Judas
De roman 'Judas' speelt zich af in de winter van 1959/1960 in Jeruzalem. De hoofdpersoon Sjmoeël Asj is een astmatische, sociaal kwetsbare student met een wilde baard die geneigd is aan veel te beginnen en weinig te voltooien (ook een vorm van verraad). Een ongelukkige samenloop van omstandigheden doet hem besluiten met zijn studie te stoppen, ondanks het feit dat hij al redelijk op weg is met een scriptie over Judas waarin beweerd wordt dat hij niet de verrader was waarvoor men hem houdt. Eigenlijk wilde Sjmoeël daarna weg uit Israël, maar geheel toevallig stuit hij op een advertentie waarin voor een oude invalide man, Gersjom Wald, een dagelijkse gesprekspartner gevraagd wordt. Een paar uur per dag, 's avonds, moet hij proberen zoveel mogelijk met hem van mening te verschillen. Kost en inwoning zijn deel van het arbeidscontract. Menig student bleek hem al voorgegaan te zijn. Sjmoeël accepteert de baan en krijgt een kleine kamer boven de keuken. Zijn scriptiewerk neemt hij mee. Het contact met zijn ouders en zus zet hij op een zeer laag pitje. Het is een van de vele vormen van verraad die in dit boek aan de orde komen.
Atalja
De advertentie blijkt te zijn opgesteld door de inwonende schoondochter van Wald, Atalja Abarbanel. Haar man, die ook Wald’s zoon is, is omgekomen tijdens de onafhankelijkheidsoorlog van 1947/48, de oorlog die voorafging aan de oprichting van de staat Israël. Atalja is een beeldschone vrouw die qua leeftijd ergens halverwege tussen Gersjom en Sjmoeël inzit. Net als alle studenten voor hem wordt ook hij verliefd op Atalja. Zij houdt (ook) hem echter aan het lijntje al gaan ze soms samen uit en al belandt Atalja een enkele keer bij hem in bed. Het is een fraai door Amos Oz uitgeschreven kat-en-muis-spelletje tussen een onervaren, jonge man en een oudere, wijzere vrouw.
Gesprekken tussen Wald en Sjmoeël
Toch is dit spel niet de kern van het boek. Dat geldt wel voor de gesprekken tussen Wald en Sjmoeël. Ze zijn boeiend en vlot opgeschreven. Gevoelige onderwerpen als het Joodse geloof en de legitimiteit van de staat Israël worden niet uit de weg gegaan, zonder ook maar ergens tot een definitief antwoord te leiden. Zouden alleen de gesprekken opgeschreven zijn dan was het boek al het lezen waard, maar het wordt ronduit magistraal door de manier waarop de gesprekken met drie andere onderwerpen - twee dode mannen en een idee over Judas als verrader - verbonden worden.
Twee dode mannen
Een van de dode mannen is Sjealtiël Abarbanel. Hij was niet alleen de vader van Atalja maar ook, althans in dit boek, een belangrijke Joodse leider die samen met Ben Goerion heeft gestreden voor een plek voor de Joden in Palestina. In tegenstelling tot Ben Goerion streefde Abarbanel echter niet naar een aparte staat, maar naar een statenloze plek waar Joden en Arabieren naast elkaar konden leven. Een idealist pur sang dus. Volgens Ben Goerion pleegde Abarbanel daarmee verraad aan hun beweging. Hij werd geruisloos maar hardvochtig aan de kant gezet. Abarbanel trok in bij zijn dochter en Wald, maar had na de verbanning elke lust tot leven verloren. Ergens in 1950 stierf hij, amper twee jaar na de oorlog.
Abarbanel en Wald verschillen radicaal van mening over de noodzaak van een onafhankelijk staat Israël, maar tot echte discussies tussen hen is het nooit gekomen. Micha, de zoon van Wald, de schoonzoon van Arbabanel en de man van Atalja Arbabanel, was omgekomen tijdens de oorlog van 1947/48. Elke discussie over de staat Israël zou ook een discussie zijn over de zinvolheid van de dood van Micha. Een te pijnlijk onderwerp voor een gesprek. Het leed is bepaald niet abstract en dit heeft zijn weerslag in de gesprekken tussen Sjmoeël en Wald.
Judas een verrader?
Het derde onderwerp dat in de gesprekken meespeelt, is de theorie van Sjmoeël over het verraad van Judas. Hij verdedigt het idee dat Judas Jezus niet verraden heeft omdat hij een afvallige was, maar juist omdat hij als geen ander in Jezus geloofde. Door hem te verraden en door hem als het ware op het kruis te duwen zou Jezus juist zijn goddelijke macht kunnen tonen. Judas was ervan overtuigd dat Jezus van het kruis zou stappen en zo iedereen van zijn goddelijkheid zou overtuigen. Het lukte Judas om Jezus naar het kruis te brengen omdat hij macht had over Jezus. Waar Jezus van eenvoudige komaf was, daar kwam Judas uit een zeer gegoed milieu en was verbaal dermate goed dat hij Jezus ervan wist te overtuigen naar het gevaarlijke Jeruzalem te gaan. Jezus is in Sjmoeëls theorie een gedeeltelijke speelbal van Judas, die zelf overigens een speelbal werd van zijn eigen ideeën. De fout van Judas was niet zijn verraad, maar juist zijn overmatig vertrouwen in Jezus, zijn ideaal. Is teveel geloof niet ook een vorm van verraad?
Slotwoord
Hoe deze drie onderwerpen de gesprekken beïnvloeden en hoe toch ook Atalja zich juist door haar terughoudendheid, in vrijwel alle opzichten, een belangrijke rol speelt, dat is iets wat het beste aan Amos Oz overgelaten kan worden. Zelden zijn verraad, trouw, liefde en de hybris van een fanatiek geloof op een zo pregnante manier bij elkaar gebracht. Nergens worden antwoorden gegeven. Misschien nog wel het meest hoopvolle aan dit boek vol vragen is de wijze waarop de hoofdpersonen uit elkaar gaan.
De enige kritiek op het boek is wellicht dat de Palestijnse stem als zelfstandige grootheid ontbreekt. De drie hoofdpersonen en de twee doden zijn allen Joden. Dat maakt het boek bepaald niet minder als relaas over algemeen menselijke eigenschappen maar of het zich goed laat inpassen in het conflict tussen Israël en Palestina is toch een vraag. Maar, als vermeld, het laten rijzen van vragen is wellicht het sterkste punt van dit meesterlijk geschreven boek. Voor antwoorden moet men elders zijn.
Boekgegevens
- Titel: Judas
- Auteur: Oz, Amos
- Uitgever: De Bezige Bij
- Datum: 2015:
- Vertaling: Hilde Pach
- ISBN: 9789023492399
- Pagina’s: 400
- Prijs: 24,95