recensieBoekrecensie Hoe Denkers Denken
De vraag over wat filosofie inhoudt en hoe een filosoof nu precies te werk gaat is niet makkelijk te beantwoorden. Om te proberen hier meer inzicht in te krijgen interviewen Suzanne en Metselaar en Allard den Dulk vooraanstaande Nederlandse filosofen. In het boek Hoe Denkers Denken leggen deze filosofen uit hoe ze denken en te werk gaan. Het blijkt al snel dat ze niet allemaal op hetzelfde spoor zitten. Soms zijn hun visies zelfs tegenstrijdig.
De auteurs
Suzanne Metselaar studeerde wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Na haar promotie werd ze docent middeleeuwse filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Daarnaast is ze docent en onderzoeker aan het VU Medisch Centrum. Hier richt ze zich vooral op moreel beraad, op de afdeling Metamedica.
Allard den Dulk promoveerde eveneens aan de VU en werd hier tevens docent. Hij richt zich in zijn onderzoek op de filosofische analyse van literatuur en film. De vakgebieden waarin hij doceert zijn onder andere moderne filosofie en esthetica.
Inhoud
Het boek is tot stand gekomen door Nederlandse filosofen te interviewen en hun manier van denken op papier te zetten. Om dit nauwkeurig te doen werden de interviews opgenomen. Hieronder volgt een overzicht van de geïnterviewde filosofen en hun opvattingen.
Herman Philipse
Hij studeerde rechten en filosofie aan de Rijksuniversiteit Leiden. Hij vervolgde zijn studie filosofie in Oxford, Parijs en Keulen. Hierna was hij voor enige tijd werkzaam aan de KU Leuven en daarna aan de Rijksuniversiteit Leiden. Momenteel doceert hij aan de Universiteit van Utrecht. Voor Philipse is het belangrijk dat men in de filosofie niet zomaar met een standpunt komt en deze omringt met vage begrippen. Een standpunt moet onderbouwd zijn met heldere argumenten. Alleen op deze manier kan je zinvolle kritiek op elkaar geven en verder komen in de filosofie. Philipse is vooral actief op het gebied van de kennisleer. Hij schreef onder andere over Heidegger en over religie
(Atheistisch manifest).
Heinz Kimmerle
Kimmerle werd geboren in Sollingen, Duitsland. Hij maakte de Tweede Wereldoorlog mee en voelde zich medeschuldig omdat hij burger was van Duitsland. Kimmerle studeerde van 1951 tot 1957 filosofie aan de universiteiten van Tübingen, Bonn en Heidelberg. Hij promoveerde bij Hans-Georg Gadamer. Van 1976 tot 1995 was hij hoogleraar aan de Erasmus Universiteit. Tijdens de laatste jaren hoogleraarschap was zijn onderzoek gericht op interculturele filosofie, meer specifiek op de Afrikaanse. Volgens Kimmerle is filosoferen leren openheid in praktijk te brengen. Je moet met iemand in discussie gaan over diens standpunt. Dit standpunt dien je eerst zo goed mogelijk te ondersteunen aan de hand van argumenten en vervolgens kritisch te bevragen.
Heleen Dupuis
Dupuis studeerde theologie en rechten. Vanaf 1977 was ze als medisch ethicus verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Verder was ze actief in de politiek. Dupuis vindt dat bepaalde standpunten continu moeten worden bevraagd en bijgesteld. Een onderbuikgevoel mag wel een aanleiding zijn tot bevragen maar geen argument voor een standpunt. Veel artsen maken fouten in hun redeneren. Dupuis probeert verheldering te brengen in een medische situatie door alle standpunten te belichten. Zo kan men alles tegen elkaar afwegen om vervolgens tot een weloverwogen conclusie te komen.
Johan van Benthem
Hij is werkzaam als logicus en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Toen hij erachter kwam dat je exacte structuren kunt zien in het alledaagse, verruilde hij zijn studie natuurkunde voor filosofie en wiskunde. Sindsdien is hij erg geboeid door de logica; door formeel denken. Hij voelt in zijn onderzoek steeds een spanning door het schakelen tussen onthechting en vastbijten; wanneer je een stelling wil bewijzen, zoek je tegelijk naar tegenvoorbeelden. Zo moet je dus tijdelijk je overtuiging dat de stelling klopt loslaten. Voor Benthem is het dus belangrijk dat je bewijs levert, maar ook dat je openstaat voor allerlei herinterpretaties van een probleem.
Ad Verbrugge
Verbrugge promoveerde in Leuven nadat hij filosofie had gestudeerd in Leiden. Momenteel is hij hoofddocent sociale wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij denkt dat de filosofie ontstaat door de nood om belangrijke vragen te beantwoorden. Dit zijn vragen als: wat is de tijd? of: Wat als ik ergens anders op de wereld was geboren, was ik dan dezelfde persoon geweest? Ook is Ad Verbrugge zeer maatschappelijk betrokken. Hij houdt zich onder andere bezig met de Nederlandse politiek.
Afshin Ellian
Afshin Ellian was geboren in Iran. Op zeventienjarige leeftijd vluchtte hij naar Pakistan en op zijn 23ste naar Nederland, waar hij in 1996 strafrecht, staatsrecht en filosofie ging studeren in Tilburg. Hier promoveerde hij op zijn onderzoek naar de Waarheids- en Verzoeningscommissie van Zuid-Afrika. Nu doceert hij sociale cohesie, burgerschap en multiculturaliteit aan de Universiteit van Leiden. Ellian denkt dat het veel kan opleveren als je stellingen poneert, eerst nog zonder bewijs. Dit kan interessante discussie opleveren. Deze discussie of controversie geeft dan goede aanleiding tot het echte onderzoek. Zelf verwerkelijkt hij dit door columns te schrijven waarin hij kort en direct ingaat op actuele onderwerpen en 'vooruitzet'. Hij vindt echter niet dat filosofen teveel verantwoordelijkheid moeten krijgen. Haar taak is niet om de praktijk te veranderen, maar om kritische vragen te stellen. Anders is er de kans dat een filosoof eindigt als tiran.
René van Woudenberg
Hij is hoogleraar epistemologie en ontologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij houdt zich bezig met geloof en wetenschap en common sense filosofie. Deze common sense filosofie houdt in dat je dingen die tegenstrijdig zijn met je gezond verstand verwerpt, tenzij er een heel goede reden is dat niet te doen. Aanvankelijk studeerde René van Woudenberg Nederlands maar hij stapte over op wijsbegeerte. Voor hem was het belangrijk in de filosofie naar dingen te zoeken die vast zijn. Hij wilde niet accepteren dat de werkelijkheid relatief is of onmogelijk om te kennen. Verder hecht hij veel waarde aan begripsanalyse, argumentatie en kritische bevraging, onder andere van de wetenschappen.
Stine Jensen
Jensen studeerde filosofie en literatuurwetenschap in Groningen. De insteek van de studie is hier zeer praktisch. Hier is men van mening dat de filosoof empirisch onderzoek moet doen; oftewel, de straat op moet om mensen te ondervragen. Stine Jensen houdt zich veel bezig met actuele onderwerpen. Haar proefschrift ging over vrouwen en apen in film, literatuur, verhalen, reclames en wetenschap. Ze schreef onder andere een essay
(echte vrienden) over intimiteit in het tijdperk van Facebook.
Jeanne Peijnenburg
Zij studeerde wijsbegeerte in verschillende steden: Amsterdam, Nijmegen en Groningen. [/I] Ondanks haar alfa-persoonlijkheid was ze vooral geïnteresseerd in de logica, de meer wiskundige kant van de filosofie. Haar proefschrift ging over praktisch redeneren [I](Acting against One's Best Judgement). Ze is nu vooral geïnteresseerd in fouten die mensen maken in redeneerpatronen. Door deze fouten te onderzoeken leer je veel over de manier waarop mensen denken.
Hans Achterhuis
Hans Achterhuis werd in 2011 uitgeroepen tot eerste 'Denker des Vaderlands'. Hij studeerde filosofie en theologie in Utrecht en Straatsburg. Nu is hij emeritus hoogleraar wijsbegeerte aan de Universiteit Twente. Op jonge leeftijd was Achterhuis zeer betrokken bij maatschappelijke problemen. Hij had sterke meningen over hoe de overheid zou moeten regeren. Later kwam hij erachter dat zijn ideologische gedachten naïef waren en werd minder fel. Hij vindt het belangrijk je terug te buigen over je eigen vooronderstellingen. Volgens hem verschilt een filosoof van een intellectueel doordat hij vanuit de geschiedenis een verdieping aanbrengt in het inzicht van een actuele kwestie. Hij buigt zich onder andere over de vraag of het nu echt vaststaat dat utopieën onmogelijk zijn.
Beschouwing
De verschillen in de manier waarop de geïnterviewde filosofen omgaan met hun beroep zijn opmerkelijk. Soms verschilt de visie van de ene filosoof zo van de andere, dat hij een tegenovergestelde positie lijkt in te nemen. Ondanks of misschien juist door deze erg uiteenlopende interviews geeft dit boekje een goed beeld van wat filosofie is. Van filosofie is niet een eenduidige beschrijving te geven, ze kent meerdere gezichten. Het boekje is tot stand gekomen door de opgenomen interviews op papier te zetten. Dit werd gedaan aan de hand van de geluidsbestanden. De auteurs hebben dus vooral deze interviews samengesteld en structuur aan het geheel gegeven. Het is daarom zinloos om te oordelen over de schrijfstijl; iedere filosoof spreekt op zijn of haar eigen manier. Wel kan worden opgemerkt dat de geluidsfragmenten goed op papier gezet zijn en de gesproken zinnen mooi zijn verwerkt in schrijftaal met goed lopende zinnen. De opvattingen van de auteurs zelf komen niet aan bod. Het boekje is er vooral op gericht de visies en achtergronden van verschillende Nederlandse filosofen uit te leggen. Het is niet geschikt voor de personen die leergierig zijn en zich willen verdiepen in de filosofie. Het is eerder een boekje dat je tussendoor leest voor je plezier, in je vrije tijd. Wel is het geschikt voor personen die geïnteresseerd zijn in de achtergronden van verschillende Nederlandse filosofen en voor degenen die nieuwsgierig zijn naar filosofie.