recensieSonny Boy: Een onoverwinnelijke liefde
"Het leven van Waldemar raakt aan twee van de zwartste, meest met taboes beladen bladzijden in de Nederlandse historie, namelijk de slavenhandel en de jodenvervolging." Met deze zin maakt Annejet van der Zijl in het nawoord van "Sonny Boy" pijnlijk duidelijk met welke dramatische gebeurtenissen Waldemar, één van de hoofdpersonen uit Sonny Boy, heeft moeten leven.
Algemeen
Sonny Boy is nummer twee van de vier boeken die schrijfster en historica Van der Zijl tot nu toe schreef. Allemaal werden de non-fictie boeken bestsellers, van Sonny Boy gingen zelfs al meer dan een half miljoen exemplaren over de toonbank in wel 53 verschillende drukken en zes verschillende vertalingen. Het boek werd dan ook genomineerd voor de AKO Literatuurprijs, de NS Publieksprijs en de M.J. Brusse-Prijs en won zelfs de Litteraire Witte Prijs.
Samenvatting
Het verhaal gaat over Waldemar, die als Surinaamse student naar Den Haag komt en hier als kostganger intrekt bij Rika, die net gescheiden is van de man van wie ze vier kinderen heeft. Er bloeit iets op tussen de twee, maar al veel te snel, een half jaar later, blijkt Rika zwanger van hem te zijn. Het schandaal is niet te overzien: ten eerste is Waldemar zwart en ten tweede is hij twintig jaar jonger dan Rika. In de jaren die volgen, weten ze, ondanks dat het stel verstoten wordt door hun omgeving, een mooi bestaan op te bouwen. Met hun zoontje Waldy (bijnaam: Sonny Boy) in huis richten ze een pension op waar gasten hartelijk verwelkomd worden. Deze pensions zijn zo'n succes, dat het aantal zich al gauw uitbreidt. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, besluit het stel onderduikers in huis te nemen. Helaas worden ze verraden door iemand wiens identiteit altijd onbekend zal blijven en er volgen afschuwelijke gebeurtenissen.
Mening
Sonny Boy is goed te lezen voor iedereen die ervaring heeft met de (makkelijkere) literatuurboeken. Helaas geeft de titel wel een vals beeld van het boek; het boek gaat niet over Sonny Boy, maar voornamelijk over zijn ouders. De lange zinnen die Van der Zijl gebruikt zijn niet hinderlijk, ze benadrukken juist haar grote woordenschat:
"In een omgeving die er geheel op gericht was mensen hun individualiteit te ontnemen en tot een amorfe massa terug te brengen, werd hij dankzij zijn huidskleur nooit een nummer."
Ook beeldspraak wordt niet geheel weggelaten door de schrijfster:
"Maar de oorlog speelde een cynisch spel met hen die in het hart van de nazi-machinerie terechtgekomen waren."
Omdat het verhaal non-fictie is, hoef je aan de geloofwaardigheid natuurlijk niet te twijfelen. De typerende vorm van schrijven van Van der Zijl wordt wel meteen duidelijk in het boek: omdat ze vooral fragmenten uit archieven heeft gebruikt voor het verhaal, neemt het verhaal meteen een informatieve vorm aan. Zo zijn er, buiten de brieven, geen dialogen in het verhaal en door het perspectief van de alwetende verteller blijft er een afstand tussen de lezer en het boek.
Volgens Van der Zijl is het verhaal, in haar beleving, "een verhaal dat rondzwierf en graag verteld wilde worden". Wat je leert uit het boek is dat de grens tussen goed en kwaad niet helemaal duidelijk was in de twintigste eeuw. Zwarte mensen worden gezien als kwaad, maar waarom? Het wordt niet duidelijk.
Hoe ver moet je gaan om een liefde kapot te maken? In het geval van Waldemar en Rika: heel ver. Want al hadden de Duitsers alles van hen afgepakt, hun liefde zou nooit overwonnen worden.