recensieMaartje de suikerheldin: kinderboek over Diabetes Mellitus
Maartje de suikerheldin is een therapeutisch verhaal voor kinderen in de basisschoolleeftijd die suikerziekte hebben. Het boek kan ook als voorlichtingsboek worden gebruikt om kinderen duidelijk te maken wat diabetes betekent voor hun leeftijdsgenoten. Het boek is mede tot stand gekomen met steun van de Stichting Kinderpostzegels Nederland.
Gegevens van het boek
- Titel: Maartje de suikerheldin: over Diabetes Mellitus, suikerziekte
- Tekst: Martine Delfos
- Illustraties: Sjeng Schupp
- Uitgeverij: Niňo, een imprint van uitgeverij SWP
- Jaar: 2006
- Pagina’s: 35
- ISBN: 90 85605091
- Genre: kinderboek, prentenboek, therapeutisch boek
- Prijs: rond de 12 euro
Titelverklaring van Maartje de suikerheldin
Kinderen met diabetes moeten hun leven lang rekening houden met de aandoening. Ze zijn niet zielig of ongelukkig, maar ze moeten wel iets extra’s doen in hun leven. Ze moeten altijd nadenken bij wat ze eten, de bloedsuikerspiegel in de gaten houden en weten of ze insuline nodig hebben. Maartje, het meisje in het verhaal, heeft het ook moeilijk, maar ze kan uiteindelijk goed omgaan met de aandoening, ze geeft er zelfs een spreekbeurt over.
De inhoud van het boek
Voorwoord
Het voorwoord is geschreven door Jos Kamperman-Slot, coördinator Diabeteszorg van het Albert Schweitzer Ziekenhuis in Dordrecht. In het kort wordt uitleg gegeven over wat Diabetes Mellitus is, dat het ingewikkelde aandoening is en dat er veel educatie nodig is voor een kind, maar ook voor zijn of haar omgeving, om er goed mee om te gaan. Toen Martine Delfos in 2003 een aantal colleges gaf aan het diabetesteam over de psychologie van een kind, is het idee ontstaan voor het boekje.
Ten Geleide
Korte uitleg over het boek aan volwassenen. Dat het een therapeutisch kinderboek is, het verhaal bedoeld is voor kinderen met de aandoening maar het kan ook als voorlichtingsboek gebruikt worden om kinderen duidelijk te maken wat suikerziekte voor hun leeftijdsgenoten en voor henzelf betekent. Verder uitleg over de twee types die voorkomen bij Diabetes Mellitus, type 1 (aangeboren aandoening) en type 2 (kan ontstaan als gevolg van overgewicht).
Het verhaal
Maartje is boos, ze roept dat ze suiker haat. En ze is niet zielig. Morgen moet ze weer naar het ziekenhuis, want ze heeft Diabetes Mellitus en dat is best een lastig ziekte. Maar Maartje wil niet meer naar de dokter. Ze weet nog maar kort dat ze suikerziekte heeft, de dokter is best aardig, maar hij kan haar toch niet beter maken. Maartje weet dat ze onredelijk is maar boos worden lucht wel even op. Ze vindt haar moeder lief maar die doet soms zo serieus, alsof Maartje ieder moment dood kan neervallen. Maar zo erg is het ook weer niet wat ze heeft. Waarom heeft haar broer Mark geen diabetes, hij mag alles eten. Maartje zou wel eens vakantie willen hebben van diabetes…
Maartje kan zelf prikken om haar bloedsuiker te meten en ook spuit ze zelf de insuline. In het ziekenhuis waren ze enthousiast dat ze dat zo vlot leerde, maar Maartje vindt het vreselijk om te doen, het doet niet veel pijn, maar het voelt vreemd om een gaatje in jezelf te prikken. Er is wel eens een kind doodgegaan aan diabetes, maar als je goed doet wat de dokter zegt, dan gebeurt dat niet zo snel. Bij een hypo is de bloedsuiker te laag, bij een hyper is de bloedsuiker te hoog. Allebei zijn ze niet goed en dan moet er snel iets aan gedaan worden. Maartje doet haar best en het is heerlijk dat ze zich niet meer zo vreselijk moe voelt.
Het is een gekke ziekte die ze heeft, haar lichaam weet niet wat het met voedsel moet doen. Het heeft insuline nodig om het voedsel te verwerken en het te brengen waar het nodig is. Een normaal lichaam maakt de insuline zelf, dit doet de alvleesklier. Maar bij iemand met diabetes werkt de alvleesklier niet en moet de insuline kunstmatig in het lichaam worden gebracht, met spuiten. Maartje heeft gemerkt dat klasgenootjes niet altijd snappen wat haar ziekte inhoudt. Maartje moet ook vaak dingen uitleggen, bijvoorbeeld als ze op een partijtje mag komen. Maartje heeft ook wel eens leuke dingen door de suikerziekte. Ze zit bijvoorbeeld op kookles in het ziekenhuis: het kookcircus. Daar zijn allemaal kinderen die ook diabetes hebben en dan leren ze hoe je kunt koken, zodat je goed voor jezelf kunt zorgen.
Maartje is bang dat ze een hypo krijgt op school. Wat zullen de kinderen doen als ze zogenaamd flauw zou vallen. De juf van Maartje stelt voor dat Maartje een spreekbeurt houdt over diabetes. Het ziekenhuis heeft allemaal dingen meegegeven die ze kan laten zien aan haar klasgenootjes en haar broer Mark heeft haar de tip gegeven om een laptop mee te nemen zodat ze op internet kan laten zien wat er allemaal over suikerziekte is. Maartje begint haar spreekbeurt door te zeggen dat ze het ook liever niet zou willen hebben maar dat ze gewoon wil zijn en dat ze het fijn vindt als iedereen ook gewoon tegen haar doet.
Blokjes tekst voor ouders
In deze blokjes tekst worden een aantal problemen van kinderen duidelijk gemaakt. Dat kinderen met suikerziekte normale kinderen willen zijn en als zodanig behandeld willen worden. Dat lichamelijke signalen niet onschuldig zijn, dat ze altijd rekening moeten houden met gevaar vanuit hun diabetes. Het is voor kinderen moeilijk om altijd ergens rekening mee te moeten houden, dat het leven nooit zorgeloos is. Kinderen moeten leren dat het prikken een normaal onderdeel is van hun dagelijkse bezigheden. Een hypo en een hyper is bedreigend voor de gezondheid. De hypo op de korte termijn, de hyper op lange termijn. Kinderen kunnen bang zijn dat ze de ziekte later op hun eigen kinderen kunnen overbrengen. Het hebben van een bijzondere aandoening heeft ook voordelen, het kind leert met basale waarden omgaan en leert problemen het hoofd te bieden. Hun begrip voor andere kinderen neemt meestal toe en ze kunnen een grote steun voor andere kinderen zijn. Een spreekbeurt voor de klas kan een kind helpen om over suikerziekte te praten en om klasgenootjes uit te leggen wat suikerziekte is. Open praten over het onderwerp is van groot belang.
Voor welke leeftijd?
Het is een voorleesverhaal voor kinderen in de basisschoolleeftijd van zes tot tien tot twaalf jaar. Kinderen kunnen het boek ook zelfstandig lezen.
De problematiek rond suikerziekte
Dit boek is echt een hulpmiddel om de problematiek rond suikerziekte uit te leggen en bespreekbaar te maken. Het kan kinderen helpen om verwarde gevoelens onder woorden te brengen of om klasgenoten uitleg te geven over suikerziekte. Het verhaal is goed opgebouwd, alles komt aan bod en op zo een manier dat het verhaal geen moment verveelt. De tekeningen, in zwart en wit, zijn een aanvulling op de tekst. Ook volwassenen worden niet vergeten in dit boek. Veel informatie in het voorwoord en in de tekstblokjes bij het verhaal.
Lees verder