De makkelijkste manier om de Rubik's Kubus op te lossen
Dit is de makkelijkste manier om de Rubik's Kubus op te lossen. Je hoeft maar 1 formule te leren voor de laatste laag. De eerste 2 lagen, de boven en onderlaag los je tegelijkertijd op. De middelste laag los je als laatste op.
Iedereen kent wel de Rubik's Kubus maar niet iedereen kan hem oplossen. Met deze manier is het makkelijk te leren en vergeet je het nooit meer.
Als eerste ga je de hoekblokjes oplossen die vanaf nu aanduid gaan worden als HB. Een HB heeft 3 kleuren. Randblokjes hebben 2 kleuren. Randblokjes worden RB genoemd. Centrumblokjes hebben maar 1 kleur. De volgende symbolen en hun betekenis.
- r/o = rood/oranje sticker van het hoekblok.
- L- = Linkerlaag kwartslag tegen de klok in.
- L = Linkerlaag kwartslag met de klok mee.
- R = Rechterlaag kwartslag met de klok mee
- R- = Rechterlaag kwartslag tegen de klok in.
- R2 = Rechterlaag halve slag.
- ML = Middenlaag kwartslag naar links terwijl je de boven en onderlaag tegenhoud.
- MR = Middenlaag kwartslag naar rechts terwijl je de boven en onderlaag tegenhoud.
- M2 = Middenlaag halve slag terwijl je de boven en onderlaag tegenhoud.
- B = Bovenlaag kwartslag met de klok mee.
- B- = Bovenlaag kwartslag tegen de klok in.
- B2 = Bovenlaag halve slag.
- O = Onderlaag kwartslag met de klok mee.
- O- = Onderlaag kwartslag tegen de klok in.
Stap 1
Bekijk de kubus goed en zoek de kant waar de meeste rood/oranje kanten van de HB zich bevinden. Er zijn 8 r/o dus er is altijd wel een kant waar tenminste 2 r/o zitten. Hou die kant naar boven gericht en zorg dat je er 4 in het bovenvlak krijgt. Bekijk nu de onderkant. Daar heb je 7 mogelijkheden.
- Er zitten ook 4 r/o. Ga nu naar stap 2.
- Er bevinden zich 0 r/o. Als de r/o van de zijkanten als paar tegenover elkaar zitten hou je de kubus zo dat 2 r/o naar je toewijzen en de andere 2 r/o aan de achterkant zitten. Doe nu: R2, O2, R. Ga naar stap 2.
- Er bevinden zich 0 r/o maar nu zitten er 2 r/o naast elkaar en 2 r/o tegenover elkaar. Hou de kubus nu zo dat de 2 die naast elkaar zitten aan de rechterkant en de 2 die tegenover elkaar zitten aan de linkerkant en doe nu: R-, O-, REn ga naar 2.
- Er zit 1 r/o. Hou de kubus nu zo de onderste r/o in de voorste rij zit en 1 r/o aan de zijkant van de voorste rij. Zit de onderste links doe dan: L, O-, L-. Zit de onderste rechts doe dan: R-, O, R. Ga naar 2.
- Er zitten 2 r/o naast elkaar en 2 aan de zijkant tegen over elkaar. Hou de kubus nu zo dat de 2 r/o van de onderkant aan de achterkant zitten en doe: R-, O-, R. Ga nu naar 4
- Er zitten 2 r/o naast elkaar en 2 aan dezelfde zijkant. Hou de kubus nu zo dat de 2 van de onderkant links zitten en de 2 van de zijkant aan de rechterkant. Doe nu het volgende: R-, O-, R. Ga naar 4.
- Er zitten 2 r/o aan de onderkant diagonaal tegenover elkaar. Handel nu zoals in 4.
Stap 2
Nu heb je in het boven en ondervlak 4 r/o. Zorg er nu voor dat je in het bovenvlak 3 rHB krijgt met gelijke zijkleuren en 1 oHB. Kijk nu naar het ondervlak. Daar heb je 4 mogelijkheden.
- Er zitten 1 rHB en 3 oHB waarvan 2 dezelfde zijkleur tegenover elkaar hebben. Hou de kubus nu zo dat de 2 oHB met dezelfde zijkleur voor of achter zitten en de rHB rechtsvoor of rechtsachter.Zit de rHB rechtsvoor, zorg dan dat de oHB van het bovenvlak er precies boven zit en doe: R2, O-, R2, O, R2. Ga nu naar stap 3.Zit de rHB rechtsachter, zorg dan dat de oHB van het bovenvlak er precies boven zit en doe: R2, O, R2, O-, R2. Ga nu naar stap 3.
- Er zitten 1 rHB en 3 oHB met alle 3 dezelfde zijkleuren tegenover elkaar dus niet aan dezelfde kant. Houd de kubus nu zo dat de oHB van het bovenvlak rechts/voor/boven zit en de rHB van het ondervlak links/achter/onder. Doe nu: R2, O-, R2. Ga nu naar 1.
- Er zitten 1 rHB en 3 oHB waarvan 2 oHB dezelfde kleur aan de zijkant hebben. Hou de kubus nu zo dat 2 oHB met dezelfde zijkleur aan de voorkant zitten of aan de achterkant en de rHB rechtsvoor of rechtsachter.Zit de rHB rechtsvoor, zorg dan dat de oHB van het bovenvlak er rechts/achter/boven zit. en doe: R2. Ga nu naar 1. Zit de rHB rechtsachter, zorg er dan voor dat de oHB van het bovenvlak er rechts/voor/bovenzit en doe: R2. Ga nu naar 1.
- Er zitten 1 rHB en 3 oHB waarvan alle drie dezelfde zijkantkleur hebben. Hou de kubus nu zo dat de oHB van het bovenvlak rechtsboven zit en de rHB van het ondervlak linksachter. En doe nu: R2, O-, R2. Ga nu naar 3.
Stap 3
De HB van het bovenvlak en ondervlak zijn nu opgelost. Nu ga je eerst 3 RB van de bovenlaag plaatsen.
Dat doe je op de volgende manier. Eerst kijk je of er al 1 of meer RB op hun plaats zitten. Daarna kijk je in onderlaag of er rRB in de zijkanten zitten. Als dat het geval is dan breng je dat RB naar rechts. Breng nu de juiste zijkleur daar boven en doe het volgende:
R-, ML, R. Zit er een r RB met de r naar beneden in de onderlaag, breng die dan ook naar rechts en breng de juiste zijkleur daarboven en doe het volgende:
R-, MR, R2, ML, R-. Zit er een rRB in de middenlaag draai dan dat blokje met de r naar de linkerzijkant en breng de bovenlaag met de juiste zijkleur naar de rechterkant en draai de rechterlaag dan de kant op waar het rRB zich bevindt en plaats dat blokje met ML of MR. Zit het rRB in de bovenlaag maar niet op de goede plaats breng het dan eerst naar de middenlaag en plaats het dan terug op de goede plaats. Als je er 3 heb geplaatst in de bovenlaag draai je de kubus om en volg voor de oranje kant dezelfde procedure tot je daar ook 3 geplaatst heb. Zorg er nu voor dat je met oranje boven een rRB tussen de 2 oHB plaatst met r naar opzij en plaats nu het laatste rHB naar de linkerzijkant van de middenlaag en draai het oHB er precies tegenover en draai ze op hun plaats. Nu heb je de boven en onderlaag opgelost. Ga nu naar stap 4.
Stap 4
De middenlaag los je op met 1 formule. Als je de middenlaag bekijkt heb je 2 mogelijkheden.
- De centrumblokjes hebben de zelfde kleur als de blokjes ernaast of het blokje ernaast heeft dezelfde kleur als het tegenpool centrumblokje. Zorg er nu voor dat er van 3 dezelfde aan de achterkant zitten. Ze mogen ook bestaan uit bijvoorbeeld 2 geel en 1 wit of 2 groen en 1 blauw. Als geel en wit tegenpolen zijn tenminste. Doe nu de formule: R-, ML, R-, MR, R2, MR, R, ML, R-. En draai nu de kleuren van de middenlaag op hun plek en gebruik daarbij halve draaien van de rechterlaag en middenlaag draaien. Gewoon logisch nadenken.
- De centrum blokjes hebben niet de zelfde kleur als de blokjes ernaast en die hebben ook niet de kleuren van de tegenpool. Doe nu dezelfde formule en zorg ervoor dat je dezelfde situatie krijgt als bij 1.