Korte spelletjes

Korte spelletjes Wie kent het niet? Het gevoel van 'help, wat moet ik nu weer doen'? Ouders, leraren, clubleiders, de oppas, opa's en oma's en nog vele anderen kunnen soms met de handen in het haar zitten, wanneer ze zich geen raad weten om de kroost bezig te houden. In dit artikel vind je diverse korte spelletjes om 'die verloren minuten' zinvol, gezellig en actief te laten verlopen. Ook zeer geschikt voor kinderfeestjes!

Blindtekenen

  • Groep: 3, 4, 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >6, spel in twee groepen!
  • Nodig: 2 blinddoeken, 2 lijsten met tekenopdrachten, 2 potloden, wit papier, 2 begeleiders!!!!
  • Verhaal: Raad wat er getekend wordt
  • Opstelling: De kinderen staan met hun groepje om een tafel.

Spel: Blinddoek één van de groepsleden. Fluister in het oor wat getekend moet worden, de andere kinderen doen hun oren dicht en wiebelen met hun vingers. Als de tekenaar tekent, mogen de vingers uit de horen. Als de kinderen raden wat er getekend wordt is de volgende aan de beurt, die wordt dan geblinddoekt. De kinderen wiebelen weer met hun vingers in de oren, enzovoort. Welk groepje heeft als snelste de woordenlijst getekend?

Bom-kado-spel

  • Groep: 3, 4, 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >6, spel in 2 groepen!
  • Nodig: Versierde doos met een kookwekker, vragenlijst.
  • Opstelling: De kinderen zitten in een kring. De groepsleden zitten om en om.

Spel: Beantwoord de vraag die de spelleider voorleest. Is het goed dan mag je de bom doorgeven. Je mag ‘pas’ zeggen als je het niet weet. Gaat de wekker als het kado op jou schoot staat, dan heeft jou groep verloren.

Ra, ra, wie ben ik

  • Groep: 3, 4, 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >6
  • Nodig: Platen wie ben ik: kinderprogramma’s/kinderboeken (30 stuks), schilderstape
  • Verhaal: Raad wie je bent.
  • Opstelling: 1 kind gaat verkeerdom op de stoel zitten met het gezicht naar de andere kinderen. De andere kinderen zitten in een rij.

Spel: Plak een plaat vast aan de rug van de stoel. Het kind op de stoel mag niet kijken. Diegene op de stoel moet vragen stellen aan de andere kinderen. De andere kinderen mogen alleen met ‘ja’, ‘nee’ of ‘weet ik niet’ antwoorden. Raad het kind op de stoel wie hij/zij is? Duurt het lang? Geef dan tips. De spelleider turft het aantal vragen die gesteld worden, zodat aan het eind gekeken kan worden wie het snelste wist wie hij/zij was.

Ra, ra, wat ben ik

  • Groep: 3, 4, 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >6
  • Nodig: Platen wat ben ik: dingen (20 stuks), schilderstape
  • Verhaal: Raad wat je bent
  • Opstelling: 1 kind gaat verkeerdom op de stoel zitten met het gezicht naar de andere kinderen. De andere kinderen zitten in een rij.

Spel: Plak een plaat vast aan de rug van de stoel. Het kind op de stoel mag niet kijken. Diegene op de stoel moet vragen stellen aan de andere kinderen. De andere kinderen mogen alleen met ‘ja’, ‘nee’ of ‘weet ik niet’ antwoorden. Raad het kind op de stoel wat hij/zij is? Duurt het lang? Geef dan tips. De spelleider turft het aantal vragen die gesteld worden, zodat aan het eind gekeken kan worden wie het snelste wist wat hij/zij was.

Ra, ra, wat doe ik

  • Groep: 3, 4, 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >6
  • Nodig: Platen wat doe ik: beroepen (30 stuks), schilderstape
  • Verhaal: Raad wat je doet.
  • Opstelling: 1 kind gaat verkeerdom op de stoel zitten met het gezicht naar de andere kinderen. De andere kinderen zitten in een rij.

Spel: Plak een plaat vast aan de rug van de stoel. Het kind op de stoel mag niet kijken. Diegene op de stoel moet vragen stellen aan de andere kinderen. De andere kinderen mogen alleen met ‘ja’, ‘nee’ of ‘weet ik niet’ antwoorden. Raad het kind op de stoel wat hij/zij doet? Duurt het lang? Geef dan tips. De spelleider turft het aantal vragen die gesteld worden, zodat aan het eind gekeken kan worden wie het snelste wist wat hij/zij doet.

Opsporing verzocht

  • Groep: 3, 4, 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >6
  • Nodig: groot kleed
  • Verhaal: Iemand van jullie is zoek geraakt in een grote winkel. De ouders moeten een omschrijving geven, zodat je kan worden omgeroepen.
  • Opstelling: Sta kris kras door de zaal.

Spel: Bekijk elkaar goed en let op details. Doe de ogen dicht en 1 kind gaat onder het kleed zitten. De spelleider stel allerlei vragen, de kinderen proberen te antwoorden. Als het kind onder de deken 5 goede antwoorden heeft gehoord, mag hij/zij tevoorschijn komen (naam telt niet). Bij groep 3 en 4 mag het kind tevoorschijn komen als hij/zij 3 goede dingen heeft gehoord.

Een geheimzinnige kwaal...

  • Groep: 3, 4, 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >6
  • Nodig: -
  • Verhaal: Het kind dat de klas uit gaat is de dokter en moet de ‘kwaal’ ontdekken.
  • Opstelling: Sta kris kras door de zaal.

Spel: 1 kind gaat de zaal uit (dokter). De spelleider legt de ‘kwaal’ uit aan de andere kinderen. De dokter stelt allerlei vragen aan de kinderen. Telkens wordt er gewoon antwoord gegeven en wordt de ‘kwaal’ uitgevoerd.Kwalen: raak de neus aan, strijk door je haren, zeg ehhhh, noem een naam, noem een kleur, knipoog, raak met je tong langs je lippen, til je tenen 3 keer omhoog, handen in je zij, 1 hand in je broekzak, vuisten maken, kuchen, zeg dus, enzovoort. Einde: Als de dokter de kwaal heeft uitgesproken.

Ik vier een feestje en doe zo……

Variant: Ik ga op reis en neem mee....
  • Groep: 3, 4, 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >6
  • Nodig: -
  • Verhaal: Tijdens een feestje maak je allerlei bewegingen. Met dit spel met je ze onthouden en van de voorgaande leerlingen aan elkaar plakken.
  • Opstelling: Sta in een kring.

Spel: De spelleider begint: Ik vier een feestje en doe zo….handen klappen. Een kind gaat verder: Ik vier een feestje en doe zo… handen klappen…..handen zwaaien. Elke keer plakt het volgende kind zijn beweging aan de ‘slinger van bewegingen’. Einde: Als iedereen is geweest. (eigenlijk hoort de spelleider tot slot de hele slinger te doen).

Commando …..

  • Groep: 3, 4, 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >10
  • Nodig: De bewegingen op kaartjes afgebeeld voor de jarige.
  • Verhaal: De jarige mag commanderen en iedereen doet wat hij/zij zegt.
  • Opstelling: Sta in een kring.

Spel: Oefen de bewegingen met de kinderen: handen in de lucht – handen in je zij – handen op je hoofd – handen op je kont – handen op je buik. De jarige neemt het over (bij groep 3 en 4 gaat de spelleider zelf verder). Als hij/zij commando ‘in de lucht’ zegt, doe de kinderen hun handen in de lucht. Zegt hij/zij ‘in de lucht’ (zonder commando) en een aantal kinderen doen dat, dan zijn ze af. Test dit eerst een keer of 5, daarna begint het spel. Einde: Als er 1 kind over blijft, of bij hele goede een top 3 van de besten.

Bewegen in een spiegel

  • Groep: 3, 4, 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >6
  • Nodig: -
  • Verhaal: iedereen kijkt in de spiegel, daar zie je niet jezelf, maar een kind die beweegt, doe dit na.
  • Opstelling: Sta kris kras in tweetallen door de zaal.

Spel: Maak tweetallen en laat de kinderen dit in tweetallen oefenen. Eerst bedenkt het ene kind de bewegingen en doet het andere kind ze na. (let op: moet wel op dezelfde plek).
  • Opstelling: Sta in een lange rij met de gezichten naar de spelleider.

Vervolg: Bedenk als spelleider nu de bewegingen en laat de kinderen het nadoen.
  • Opstelling: NU mag de jarige op de plek van de spelleider en de rest staat nog in die lange rij.

Einde: Laat de jarige nu de bewegingen bedenken. De spelleider let op wie het niet goed doet, die moet uit de rij. Wie kan het beste bewegen in een spiegel? Bij hele goede, kies dan een top 3.

Wat is er veranderd?

  • Groep: 3, 4, 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >8
  • Nodig: -
  • Verhaal: Ontdekt wat er is veranderd.
  • Opstelling: 2 kinderen voor de groep en de rest zit ervoor.

Spel: De kinderen in de zaal bekijken de 2 kinderen goed. De kinderen in de zaal doen de ogen dicht en bij de 2 kinderen wordt er 1 ding veranderd. Het kind in de zaal die raad wat er veranderd is, mag plaats namen op de plek van het kind dat iets heeft veranderd. Later in het spel kun je meerdere dingen tegelijk veranderen) Bij een grotere groep kun je ook 3 kinderen voor de groep zetten.

Moordenaartje

  • Groep: 3, 4, 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >8
  • Nodig: -
  • Verhaal: Er is een moordenaar in de zaal, die kinderen vermoord door met zijn/haar ogen te knipperen. De agent moet achterhalen wie de moordenaar is.
  • Opstelling: Sta kris kras door de zaal.

Spel: 1 kind gaat de zaal uit en is de agent. De spelleider wijst 1 moordenaar in de zaal aan. De agent komt de zaal weer in en probeert de moordenaar te achterhalen. De moordenaar vermoord kinderen door te knipperen/knipogen en die kinderen vallen op de grond neer. De agent mag 3 pogingen doen om de moordenaar te achterhalen. Vervolgens kiest de agent een nieuwe agent.

Dirigentje

  • Groep: 3, 4, 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >8
  • Nodig: -
  • Verhaal: Er is een valse dirigent. De echte dirigent, die te laat is bij de voorstelling, moet ontdekken wie de valse is.
  • Opstelling: Sta kris kras door de zaal.

Spel: De echte dirigent gaat de klas uit. De spelleider wijst een valse dirigent aan. De valse dirigent maakt bewegingen (niet te snel achter elkaar) en de kinderen doen de valse dirigent na. De echte dirigent probeert te achterhalen wie de valse dirigent is. De echte dirigent mag 3 pogingen doen om de valse dirigent te achterhalen. Vervolgens kiest de echte dirigent een nieuwe.

Wafwaf

  • Groep: 3, 4, 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >8
  • Nodig: 1 blinddoek, 2 botten (1 voor en 1 achter de geblinddoekte waakhond)
  • Verhaal: Een sluiphond probeert het bot te pikken van de waakhond.

Spel: Blinddoek de waakhond. Wijs een sluiphond aan. De andere kinderen zijn puppies die zachte geluiden mogen maken. De sluiphond probeert 1 van de 2 botten te pakken. De waakhond mag 3 aanwijspogingen doen. Bij het aanwijzen moet de waakhond waf-waf roepen en blijft de sluiphond direct stilstaan. Is de sluiphond goed aangewezen, dan mag de waakhond een nieuwe waakhond kiezen. Is de sluiphond niet goed aangewezen, dan mag hij/zij een waakhond worden.

Ballondans

Variatie op stoelendans
  • Groep: 3, 4, 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >10
  • Nodig: ballonnen, muziek

Spel: De kinderen houden de ballonnen in de kring hoog. Als de muziek stopt pakt iedereen een ballon vast. Diegene die geen ballon heeft is af. Elke keer dus één ballon minder dan kinderen in het spel gebruiken.

Telefoontje

  • Groep: 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >8
  • Nodig: -
  • Verhaal: Je belt een vriend(in) op. Als het signaal bij diegene is roept hij/zij tring.
  • Opstelling: Sta of zit in een kring met 1 kind in het midden.

Spel: 1 kind in de kring zegt ‘ik telefoneer naar……’ en noemt een naam. Met zachte knijpjes probeer het signaal diegene te bereiken. Het kind in de kring probeert te achterhalen waar het signaal is. Als hij/zij het weet tikt hij op het juiste moment het kind aan waar het signaal is. Bereikt het signaal echter diegene waar de naam van is genoemd, dan zegt hij/zij tringggg. En is hij/zij de volgende die mag telefoneren. Tikt het kind in de kring de juiste plek aan waar het signaal is, dan mag hij/zij op die stoel gaan zitten en moet diegene met de foute verbinding in de kring. Diegene die mag bellen is diegene waar het signaal naartoe onderweg was.

Stoelen meppertje

  • Groep: 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >10
  • Nodig: Stoelen in een kring.
  • Verhaal: Het kind in de kring wil ook zitten, maar heeft geen plek.
  • Opstelling: 1 kind in het midden van de kring. De andere kinderen zitten er op een stoel in een kring omheen. In de kring is 1 lege stoel.

Spel: Als de lege stoel aan je rechterkant is moet je erop slaan en een naam van een kind noemen. Diegene waarvan de naam wordt genoemd rent naar de lege plek om erop te gaan zitten, maar het kind in de kring probeert die plek ook te bemachtigen. Ondertussen is er alweer een lege plek. Diegene bij wie de stoel aan de rechterkant staat noemt nu een naam, enzovoort. Einde: Als het kind in de kring een plek heeft, dan is diegene die daar zou moeten zitten aan de beurt om in de kring te staan.

Doe-wakka-doe-wakka-doe

  • Groep: 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >10
  • Nodig: -
  • Verhaal: Namen noemen.
  • Opstelling: Zit in een kring met 1 kind in het midden (doewakker)

Spel: De spelleider oefent met de kinderen: doe-wakka-doe-wakka-doe. Vervolgens gaat de doewakker in het midden staan en noemt een naam van een kind met ‘links’ of ‘rechts’. Bijvoorbeeld: Lisa rechts. Lisa moet nu de naam van diegene aan de rechterkant noemen. De doewakker zegt snel: doe-wakka-doe-wakka-doe. Als Lisa sneller is moet de doewakker een andere naam noemen met ‘links’ of ‘rechts’. Is de doewakker sneller, dan moet Lisa in het midden en wordt ze doewakker.

Picknick

  • Groep: 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >6
  • Nodig: -
  • Verhaal: De kinderen moeten ontdekken wat je mee mag nemen op de picknick. Dit zijn allemaal dingen waar de eerste letter van de jarige in zit. Heet de jarige Susan, dan mogen alle dingen met een S mee tijdens de picknick.
  • Opstelling: Zitten in een kring.

Spel: Vertel dat je gaat picknicken en dat de kinderen allemaal dingen moeten opnoemen die mee mogen. Maar dat er wel een regel is, welke dingen er wel en welke dingen er niet mee mogen. De spelleider geeft steeds antwoord wat wel en niet mee mag.

Het mysterie van de schaar

  • Groep: 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >6
  • Nodig: schaar
  • Verhaal: De kinderen moeten ontdekken welke beweging je met de schaar moet doen om het goed te doen. De spelleider doet het voor: gaat met de benen gekruist onder de stoel zitten en doet de schaar open en dicht met het handvat naar boven.

Spel: De schaar wordt nu doorgegeven en de kinderen proberen de beweging goed te doen. De meeste kinderen zullen de schaar goed vasthouden en open en dicht doen, maar zullen niet meteen letten op de voeten. Laat de schaar net zo lang de kring rond gaat tot de kinderen hebben geraden wat het mysterie is. De spelleider zegt telkens of de kinderen het goed of fout doen.

Drama, maak het verhaal compleet

  • Groep: 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >10
  • Nodig: dramakaartjes met duo’s
  • Verhaal: Maak het verhaal compleet, telkens horen 2 kaartjes bij elkaar, speel het uit, klopt het?
  • Opstelling: De kinderen zitten op een stoel in de zaal en hebben verschillende kaartjes met dramastukjes erop.

Spel: Alle kinderen krijgen kaartjes. Ze bekijken de kaartjes goed en bedenken hoe ze het moeten uitbeelden. De spelleider wijst 1 iemand aan. Die voert zijn/haar dramastukje uit. Diegene die denkt erbij te horen gaat meespelen. Als de kinderen die nog zitten kunnen raden wat die 2 kinderen uitbeelden krijgen ze een punt. En leveren ze de kaartjes in bij de spelleider. Klopt het niet, dan krijgt diegene die het fout deed een minpunt en moet het kaartje houden omdat het bij een andere dramastukje hoort. Einde: Als alle kaartjes zijn uitgespeeld, wordt er gekeken wie het meeste punten heeft verdiend.

Levend memory

  • Groep: 5, 6, 7, 8
  • Aantal: >12
  • Nodig: -
  • Verhaal: Speel memory met afgesproken bewegingen die door tweetallen worden uitgevoerd.
  • Opstelling: sta kris kras door de zaal.

Spel: 2 kinderen gaan de zaal uit. De andere kinderen bedenken in tweetallen een beweging die ze hetzelfde gaan uitvoeren. Vervolgens gaan ze weer kris kras door elkaar staan. Bij een oneven aantal is er dus 1 ‘losse kaart’ die een beweging uitvoert die geen ander kind doet. De 2 kinderen komen de klas weer in en spelen tegen elkaar memory. Kind 1 noemt 2 namen van kinderen en bekijkt de beweging. Dan is de ander aan de beurt. Goed? En hoort het tweetal bij elkaar, dan heeft het kind 1 punt en gaat het tweetal zitten. Ook mag dit kind dan nog een keer. Klein groepje kinderen? Stuur dan maar 1 kind de zaal uit.

Lees verder

© 2011 - 2024 Datvw, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Dora spelletjes – Educatieve spelletjes voor kinderenDora spelletjes zijn de favoriete educatieve spelletjes van kleine kinderen. Dora is een heel bekende cartoon op televis…
Pou, spelletje voor de smartphonePou, spelletje voor de smartphonePou is een poppetje op je telefoon, een soort Tamagotchi. Je moet hem elke dag verzorgen, eten geven en spelletjes met h…
Recensie: Family Trainer voor de WIIrecensieRecensie: Family Trainer voor de WIIEen sterke kant van de WII zijn de spelletjes die je kan spelen met bewegingen. Een voorbeeld hiervan is WII Family Trai…
Zo blokkeer je spelletjes verzoeken op FacebookTegenwoordig speelt iedereen wel één of meerdere spelletjes op Facebook. Maar als je helemaal geen spelletjes speelt, of…

Studentenleven: DrankspelletjesStudentenleven: DrankspelletjesAls student maak je veel plezier en een leuk avondje met je vrienden hoort daar natuurlijk ook bij. Wat is er nou niet l…
Bronnen en referenties
  • http://www.groep3.mysites.nl/mypages/groep3/322030.html
Datvw (44 artikelen)
Laatste update: 14-11-2012
Rubriek: Hobby en Overige
Subrubriek: Spellen
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.