Miljoenenspel, hoe werkt dat?

Het Miljoenenspel is een wekelijkse loterij van de Nederlandse Staatsloterij. Bij het Miljoenenspel wint niet 1 persoon de hele Jackpot, maar wordt de te winnen Jackpot opgeknipt in prijzen van 1 miljoen euro en verdeeld over meerdere winnaars. Zo kunnen meer spelers kans maken op het miljonairsleven.

Waarom nog een loterij?

In Nederland zijn al vele loterijen. Je speelt mee met jouw postcode, je bank- of gironummer, of je krast je lootje open. Je kan het zo gek niet bedenken. Nederlanders zijn gek op loterijen. De prijzen worden steeds groter. Soms tot tientallen miljoenen euro’s, belastingvrij. Een veel gehoorde klacht van spelers in de loterijen is dat het zo jammer is dat er slechts enkele zijn die een heel grote prijs winnen, en daarmee de rest met lege handen laat staan. Zou het niet beter zijn die heel grote prijs op te knippen in meerdere kleinere prijzen, die nog steeds tot de verbeelding spreken?

Dit is precies waarom de Nederlandse Staatsloterij begint een nieuwe wekelijkse versie: het Miljoenenspel. Bij deze nieuwe loterij kunnen de deelnemers namelijk 1 miljoen euro winnen. En dat is een flink bedrag. De Staatsloterij meent de eerste loterij te zijn die de te winnen jackpot opknipt in prijzen van een miljoen. Nu kunnen meer spelers kans maken om miljonair te worden. En de jackpot kan oplopen tot 10 miljoen, wat inhoudt dat een trekking wel tot 10 nieuwe miljonairs kan leiden.

Jackpot en overige prijzen

Centraal bij het Miljoenenspel staat de Jackpot. Deze begint altijd bij 1 miljoen euro en groeit elke week dat hij niet valt. Als de Jackpot wel valt, dan kijkt men hoeveel er in de Jackpot zit. De miljoenen worden verdeeld onder net zoveel winnaars als dat er miljoenen in de Jackpot zitten. Dus als er 4 miljoen in de Jackpot zit, worden 4 verschillende lotnummers getrokken die elk 1 miljoen winnen. Dit kan dus oplopen tot 10 maal een miljoen.

Naast de Jackpot bestaat het prijzenpakket van het Miljoenenspel uit drie gegarandeerde hoofdprijzen van 100.000, 20.000 en 10.000 euro. Daarnaast zijn er meerdere kleine prijzen te winnen, die je kunt winnen wanneer je een deel van het winnende lotnummer goed hebt. Zie voor verdere uitleg de volgende alinea.

Hoe werkt de loterij?

Lot kopen

Om mee te kunnen spelen in het Miljoenenspel, dien je een lot te kopen. Deze kost 5 euro. Een lot bestaat uit 5 cijfers en 1 letter. Iedereen die wel eens met de Staatsloterij hebben meegespeeld, weet dat je een cijfer (in dit geval het eindcijfer) zelf mag bepalen. Zo heb je een klein beetje je eigen geluk in de hand. Bij het Miljoenenspel kun je ook een cijfer zelf bepalen, en dat is het middelste cijfer. Je kunt de loten kopen in één van de 3.500 verkoopadressen in Nederland. Wil je weten waar, kijk dan even op www.miljoenenspel.nl. Je kunt via de website ook regelen om automatisch mee te spelen.

Trekking

Het Miljoenenspel is een wekelijkse loterij. Elke zaterdag is er een trekking in het Miljoenenspel. Uit een bak met zes ballen, drie paarse en drie groene, worden in totaal drie ballen getrokken. Als deze drie ballen dezelfde kleur hebben (dus allemaal paars óf allemaal groen), dan betekent dit dat de Jackpot is gevallen. Daarna worden de winnende nummers getrokken voor de overige hoofdprijzen van respectievelijk 100.000, 20.000 en 10.000 euro uit de voor die trekking verkochte loten.

Heb ik wat gewonnen?
Naast het trekken van de loten voor het verdelen van de Jackpot, mits dus de drie ballen dezelfde kleur hebben, worden er drie loten getrokken voor de prijzen van 100.000, 20.000 en 10.000 euro. Heb je de cijferreeks én de letter goed? Dan win je die prijs. Let wel, het gaat niet alleen om de juiste cijfers, maar ook in de juiste volgorde!

Je wint ook een prijs als je een deel van de cijferreeks goed hebt, of bijvoorbeeld wel de cijferreeks maar niet de juiste letter. Hierbij dien je rekening te houden met de regel dat de cijfers aansluitend moeten zijn, en op de juiste plaats moeten staan. Je wint zelfs al wanneer je 2 cijfers juist hebt.

Kansberekening

Op de trekking die bepaalt of de Jackpot valt, is de volgende kansberekening van toepassing:

• Er zitten 6 ballen in de bak: 3 groene en 3 paarse
• De eerste bal die wordt getrokken is paars (3 van 6) of groen (3 van de 6)
• De kans op een paarse bal is even groot als de kans op een groene: 3/6 oftewel 50%
• Het maakt echter niet uit of de eerste bal paars of groen is. Het is beide goed. Als de volgende ballen maar dezelfde kleur hebben als de eerste bal. Daarom neem je dit niet mee in de kansberekening
• We gaan er in dit voorbeeld vanuit dat de eerste bal paars is.
• De tweede bal die wordt getrokken heeft geen gelijke kansverdeling meer:
• Om de Jackpot te laten vallen, moet de bal, net als de eerste bal, een paarse zijn.
• Er zitten minder paarse (2 van de 5) dan groene ballen in de bak (3 van de 5)
• We gaan ervan uit dat ook de tweede bal paars is.
• Bij de trekking van de derde bal is de verdeling helemaal ongelijk.
• Er zit nog 1 paarse bal in de bak (1 van de 4) en nog 3 groene (3 van de 4).
• De kans dat alle 3 ballen paars van kleur zijn is: 6/6 x 2/5 x 1/4 = 12/120 oftewel 1/10. Dat is 10%
• Deze berekening is natuurlijk ook van toepassing op de andere kleur: groen