Vilten; een leuke hobby voor iedereen

Vilten is een leuke hobby en niet erg prijzig. Het enige wat je nodig hebt is een aantal stukken vilt, naald, splijtgaren, karton, vulwol en eventueel wat knopen. Met deze benodigdheden maak je al snel de leukste creaties. Denk bijvoorbeeld aan verschillende knuffeltjes en sleutelhangers. Maar laat ik eerst wat vertellen over vilt.

Vilt algemeen

Vilt is te koop in verschillende soorten, maten en kleuren. Om te vilten wil je natuurlijk gebruik kunnen maken van de materialen die jij wil gebruiken. Qua kleuren kan je elke denkbare kleur aanschaffen. Naast de standaard egale kleuren kan je ook het zogeheten sprookjesvilt aanschaffen. Deze stukken vilt zijn met de hand gekleurd en bestaan uit twee of meer kleuren. Omdat ze worden gekleurd met de hand is ieder stuk vilt uniek en anders dan het vorige.

Behalve het verschil in kleur en de verschillende maten die je kan aanschaffen heb je ook verschillende materialen. Je hebt wolvilt en plakvilt. Plakvilt is vilt dat eigenlijk bedoeld is om te gebruiken bij knutselwerkjes. Dit vilt is veelal goedkoper en niet bedoeld om te vilten vanwege de dikte van het materiaal (erg dun), en de kwaliteit.

Beginnen met vilten

Als je net begint met vilten moet je nog wat handigheid ontwikkelen bij dit werkje. Door het veel te doen en te proberen wordt je vanzelf weer handiger. Je begint een viltwerkje met een mal of patroon. Om te beginnen is het maken van een simpele vorm als een hartje het makkelijkst. Het hartje zal ik dan ook de rest van dit artikel als voorbeeld gebruiken. Eenmaal het hartje uitgetekend op karton kan je het uitknippen en overtrekken op het vilt dat je wil gebruiken. Je kan hiervoor een verdwijnstift gebruiken of gewoon potlood of pen. Het voordeel van een verdwijnstift is dat het speciaal is gemaakt om op textiel te schrijven en vervolgens te verdwijnen. Na een tijdje verdwijnen de getekende lijnen namelijk vanzelf weer.

Het figuur eenmaal uitgetekend, kan het worden uitgeknipt. Na het knippen heb je twee losse hartjes.

Tip: Teken het hartje zo dicht mogelijk langs de rand uit. Dit bespaart meer vilt dan als je het in het midden zou tekenen. De stukken die je overhoudt, al zijn ze nog zo klein, kan je bewaren voor eventuele latere werkjes. De echt kleine stukjes waar je niks meer mee kan, kan je uiteraard weggooien.

Dichtnaaien van het figuurtje

Je hebt nu twee hartjes uitgeknipt in het kleur vilt dat je koos. Het is nu tijd om deze aan elkaar te naaien. Pak een stuk garen naar keuze, knip het op lengte en splijt het vervolgens doormidden. Het is nu minder dik en beter te gebruiken bij het afstikken. Doe de garen door de naald en je kan beginnen. Dat kan je op veel verschilende manieren doen, maar de mooiste manier om af te stikken zal ik hier beschrijven:

• Pak één van de twee hartjes
• Doe de naald met daardoor het stuk garen van onder naar boven door het vilt (langs de rand)
• Maak vervolgens een knoopje in het garen, aan de kant waar het stuk garen het kortst is. Dit is dus de andere kant als waar de naald zit.
• Trek de naald met garen verder door tot het knoopje het vilt raakt en trek voorzichtig. Zit het goed vast? Maak anders nog een knoopje bovenop het bestaande knoopje.
• De kant van het hartje waar de knoop zit is nu de binnenkant. Het knoopje zou aan de buitenkant niet mooi zijn en zit nu verborgen voor het oog.
• Pak nu de andere helft van het hartje en leg ze op elkaar. Het knoopje aan de binnen kant zodat je het niet zit.
• Als het goed is zit je naald nog aan de bovenkant. Je maakt een bocht naar beneden en haalt hem weer van onder naar boven, ditmaal door de twee stukjes. Maar let op: Trek hem niet helemaal aan. Het lusje dat je nu hebt, heb je nog nodig. Haal de naald er één keer doorheen en trek aan.
• Herhaal dit nog een paar keer. Als het goed is ziet het er nu als volgt uit: Een verticaal streepje (naar boven), met daarnaast een horizontaal streepje (opzij) en weer naar boven, en weer opzij. Het streepje opzij loopt over de naad van de hartjes.

Ga verder met het afstikken tot je nog een stukje los hebt. Stop dus voor je hartje helemaal dicht is. Je pakt nu wat vulwol en begint het hartje naar wens te vullen. De één heeft er liever wat meer in zodat hij wat harder is en de ander heeft hem liever wat zachter. Als hij vol genoeg is herhaal je de hierboven uitgelegde steek nog een paar keer tot het hartje dicht is.

Stik hem dan dicht. Dat doe je net als net, maar in plaats van de naald één keer door het lusje te halen doe je dit twee keer. Je trekt voorzichtig aan en er ontstaat nu als het goed is een knoopje. Knip het overige stuk garen af, maar niet te kort. Het stuk garen dat er nog aan zit kan je voorzichtig in het hartje duwen met de achterkant van de naald. Zo verstop je het uiteinde van het stiksel.

Sleutelhanger versie

Wil je van je hartje een sleutelhanger maken, dan knoop je een lusje dat je met het knoopje in het hartje legt. Stik het hartje nu op dezelfde manier vast maar met het knoopje van het lusje binnenin. Het knoopje kan er nu niet meer uit en je hebt een lusje aan je hartje.

Behalve een hartje kan je natuurlijk veel meer figuren maken, en het steeds lastiger maken door details aan te brengen als knopen en kleinere stukjes vilt. Bijvoorbeeld een katje met vlekken en knopen als ogen.