Routetechnieken: hikes, speurtochten & wandelingen uitzetten

Routetechnieken worden vooral binnen scouting veel gebruikt bij het lopen en uitzetten van hikes, speurtochten en wandelingen. In dit artikel een aantal van deze routetechnieken uitgewerkt.

Kruispuntenroute

Bij een kruispuntenroute zijn alle kruispunten getekend van bovenaf gezien. In het kruispunt is een pijltje getekend, deze begint altijd aan de onderkant van de tekening. Dit is waar de hikers vandaan komen. De kant war de pijl heen wijst is ook de kant die de hikers op moeten.

Bolletje-Pijltje

De bolletje-pijltje route bestaat, hoe kan het ook anders, uit bolletjes en pijltjes. De routetechniek lijkt op de kruispuntenroute, alleen is het kruispunt hierbij niet getekend. Het bolletje is waar de hikers vandaan komen, het pijltje is de richting die ze op moeten. Bij sommige kruispunten is het hierbij belangrijk te kijken naar het aantal graden tussen het bolletje en het pijltje, dit staat dan in verhouding tot de hoek in het kruispunt.

Strippenkaart

Een strippenkaart bestaat uit een rechte, verticale lijn met links en rechts horizontale of schuine streepjes. De verticale lijn is de route die je moet lopen, de streepjes geven aan welke weggetjes je NIET in moet. Je begint onderaan de verticale lijn en bij het eerste kruispunt kijk je naar de eerste streepjes. Is er alleen een streepje aan de rechterkant, dan moet je dus de rechter weg laten liggen en de andere weg in gaan.

Quizroute

Bij deze route is er een kruispunt getekend en bij de wegen die de hikers in kunnen slaan staat een letter; a, b of c. Bij het kruispunt hoort een vraag, met 3 mogelijke antwoorden. De letter die voor het goede antwoord staat geeft aan welke weg de hikers in moeten staan.

Helicopterroute

De helicopterroute bestaat uit een stip in het midden, met van daaruit één lange verticale lijn en verscheidene lijnen van verschillende lengte en in verschillende richtingen. Bovendien heeft iedere lijn een nummer en hoort er een schaalverdeling bij deze route, bijvoorbeeld; 4 cm. Is 1 km. Je begint bij nummer 1, meet deze lijn en meet de hoek met de lange verticale lijn. De lengte staat voor de afstand die gelopen moet worden en de hoek staat voor de richting waarin kompas geschoten moet worden.