Zelf sieraden maken: kettingen van aculongaren
Aculongaren is gecoated staaldraad wat je in verschillende kleuren kunt kopen. Het is ijzersterk, dus je hoeft niet bang te zijn dat je ketting door midden breekt. Met aculongaren kun je verschillende technieken toepassen. In dit artikel worden 3 technieken uitgelegd: de 'zwevende' ketting, de geregen ketting en de gehaakte ketting.
De 'zwevende' ketting
Een 'zwevende' ketting klink zweveriger dan het is. Door middel van knijpkralen op het aculongaren vast te knijpen blijven de kralen op zijn plaats en lijken te zweven. Je maakt het slotje aan de voorkant voor een speels accent. Als je dan ook nog bedels maakt van kralen en nietstiften en die bevestigt aan het kappitelslotje, heb je helemaal een leuke, aparte ketting.
Benodigdheden
- 2 x 80 cm aculongaren in een kleur die je zelf leuk vindt of gewoon grijs (neutraal)
- 1 x kappitelslot
- 3 x ringetjes klein
- 1 x ring groot
- 3 x nietstift
- 3 x kleine doorzichtige kraaltjes (rocailles)
- 2 x calotje
- 26 x knijpkraaltjes
- aantal glaskralen (minimaal 20 stuks) en eventueel metalen kralen in verschilende maten, naar eigen keuze
Aculongaren is gecoated staaldraad,verkrijgbaar is verschillende kleuren en diktes.
Een kappitelslotje is een slotje wat bestaat uit een ring en een stokje. Door het stokje door het ringetje te halen, kun het het slotje dicht doen.
Nietstiften zijn metalen stokjes die lijken op spijkers. Aan de ene kant zijn ze plat en aan de andere kant kun je kralen erop rijgen
Calotje is een metalen open bolletje met een gaatje en een haakje, waarmee je het aculondraad kunt afwerken, zodat je er een ringetje en een slotje aan kunt bevestigen.
Knijpkraaltjes zijn metalen kleine kraaltjes die je plat kunt knijpen op het aculongaren met een platbektang.
Verder heb je nog nodig
- Rondbektang
- Platbektang
- Kniptang
Instructie voor het maken van de zwevende ketting
- Je rijgt aan een nietstift eerst een doorzichtig kraalje (om ervoor het zorgen dat je grote kraal er niet af kan vallen omdat sommige gaten erg groot zijn), daarna 1 of twee kralen.
- Je knipt een stukje van de nietstift af met de kniptang, zodat je nog 1 cm. overhebt om de vorm van een ringetje te buigen.
- Je buigt nu een mooi rondje van het stukje nietstift dat je nog over hebt met de rondbektang. (Let op: de bovenkant van de nietstift loopt gelijk met de rondbektang, van je af draaien, met de platbektang kun je het rondje wat je net gedraaid hebt mooi in het midden zetten door een ‘knikje’ te geven in het rondje)
- Je herhaalt dit tot alle 3 de nietstiften bedels zijn.
- Met behulp van een klein ringetje bevestig je nu alle bedels aan de grote ring. Neem in de rechterhand de platbektang (ribbeltang) en klem het ringetje ertusen met de opening naar boven. Neem in de linkerhand de rondbektang en open het ringetje door de twee tangen van elkaar af te bewegen (niet naar links/rechts, maar naar je toe/van je af).
- De grote ring bevestig je aan het rondje van het kappitelslot (let op: buig de ring van je af/naar je toe).
- Je legt de twee draden boven elkaar.
- Je begint met een knijpkraal een stukje vanaf het begin, deze rijg je aan de 2 draden en je knijpt deze stevig dicht.
- Je rijgt 1 of enkele kralen en je rijgt weer een knijpkraal, die je stevig dichtknijpt.
- Je slaat een stukje draad over (zo blijf je stukjes draad zien en de kralen 'zweven' als het ware) en je herhaalt het vorige. Je kunt voor het effect de ene keer 2 draden rijgen en de volgende keer 1 draad (om en om). Let op dat je geen knijpkraaltjes vergeet!
- Pas de ketting hoe lang je hem wilt hebben.
- Je rijgt het calotje met de opening naar boven.
- Je rijgt de knijpkraal.
- Je knijpt de knijpkraal nu stevig plat. (Let op dat je een klein stukje draad boven het knijpkraaltje hebt, maar niet zo groot dat deze uit het calotje piept als de het calotje gaat dichtmaken.)
- Buig nu het calotje voorzichtig dicht. Let op dat er geen stukje draad uitsteekt.
- Herhaal dit aan de andere kant.
- Buig nu het open haakje van het calotje tot een mooi rondje.
- Met behulp van de overige 2 ringetjes bevestig je het kappitelslot aan de ketting. Aan de ene kant het rondje van het slotje en aan de andere kant het stokje van het slotje.
Een ketting rijgen
Een ketting rijgen kan iedereen. Ga jezelf te buiten aan een verzameling leuke glaskralen, metalen kralen en bedels en ontwerp je eigen ketting. Maar let op, je kunt erg hebberig worden tussen al die kralenbakken. Het is daarom verstandig om gebruik te maken van een kralenbord waarop je je ontwerp kun leggen (voor een ketting heb je 38 cm kralen nodig).
Benodigdheden
- 3 x knijpkraaltjes (waarvan 1 reserve)
- 1 x slotje
- 2 x ringetje klein
- 2 x calotjes
- 60 cm aculongaren
- glaskralen, metalen kralen, eventueel bedels
Verder heb je nog nodig
- Rondbektang
- Platbektang
- Kniptang
Instructie voor een geregen ketting
- Je rijgt aan de draad de kralen (ongeveer 40 cm. voor een ketting)
- Je rijgt het calotje met de opening naar boven.
- Je rijgt de knijpkraal.
- Je knijpt de knijpkraal nu stevig plat. (Let op dat je een klein stukje draad boven het knijpkraaltje hebt, maar niet zo groot dat deze uit het calotje piept als de jet calotje gaat dichtmaken.)
- Buig nu het calotje voorzichtig dicht. Let op dat er geen stukje draad uitsteekt.
- Herhaal dit aan de andere kant. (Let op of de lengte goed om de hals sluit)
- Buig nu het haakje van het calotje tot een mooi rondje.
- Bevestig met behulp van de ringetjes het slotje aan het calotje.
Een ketting haken
Alvorens met deze techniek te beginnen, is het verstandig om eerst het haken te oefenen met katoendraad, zeker als je nog nooit gehaakt hebt. Aculongaren haakt heel anders omdat deze draad heel stug is. Hoe je moet haken staat bij de instructie (en mocht het dan toch nog niet lukken, dan kun je wellicht aan je oma vragen of ze met je wilt oefenen, zij zal wel kunnen haken).
Benodigdheden
- 4 x knijpkraaltjes
- 1 x (kappitel)slotje
- 2 x ringetje klein
- 2 x calotjes groot (waar 2 knijpkralen in passen)
- minimaal 60 kralen (grote of kleine, net wat je zelf mooi vindt)
- 10 m!! aculongaren (in de kleur die je mooi vindt of grijs (naturel))
- 60 cm aculongaren (in dezelfde kleur als de 10m.)
Verder nog nodig
- Rondbettang
- Platbektang
- Kniptang
- Breinaald nr. 6
- Leeg rolletje wc papier
- Wasknijper
Instructie ketting haken
- Je rolt de 10 m. draad eerst om een leeg rolletje wc papier (begin vastplakken met plakband). Ongeveer de laatste 80 cm rol je niet op en klem je met een wasknijper aan de bovenkant van je rolletje vast. Zo voorkom je dat je steeds in gevecht moet met je draad (10 meter is erg lang en aculongaren is erg stug).
- Je rijgt aan de draad alle kralen, rol steeds een beetje draad van de wc rol af en zet weer vast met de wasknijper.
- Als alle kralen geregen zijn, schuif je de geregen kralen wat op, zodat je leeg draad hebt waar je mee kun je beginnen met haken, ongeveer 80 cm.
- Je haakt losse steken. Eerst maak je aan het begin van de draad (ongeveer 10 cm. overhouden) een lusje, waarbij je de lange draad met de kralen aan de linkerkant houdt. Daarna neem je de lus op de haaknaald, waarbij je de naald van voren naar achteren insteken. Bij het haken houdt je de haaknaald met de rechterhand als een pen vast. De lange draad om je wijsvinger van de linkerhand, vervolgens onder je twee middelvingers door en dan om je pink slaan. Je werk houdt je vast met je duim en wijsvinger van je linkerhand. Daarna sla je de draad om de haaknaald van achteren naar voren (omslaan) en door de lus van het werk haken (doorhalen). Het haakje van de haaknaald wijst hierbij naar beneden.
- Na 5 losse steken schuif je 1 (of 2 kleine) kraal aan en je haakt met de kraal verder. Na weer 5 steken schuif je weer een kraal aan en je haakt verder met de kraal. Dit herhaal je steeds weer, net zo lang tot je de 10 meter ophaakt met de kralen op een laatste klein stukje na. Het laatste stukje draad haal je door de lus (ongeveer 10 cm. overhouden) en trek je aan, zo kan er geen haakwerk verloren gaan.
- Nu ga je de andere 60 cm. draad als een stiksteek rijgen door de lussen van de gehaakte draad. Je slaat steeds 3 lussen over.
- Om ervoor te zorgen dat je aan de ene kant aan het rijgen bent en aan de andere kant je gehaakte draad over korte draad schiet (je gehaakte draad is immers veel langer dan de rijgdraad), kun je het beste de 2 draden aan het uiteinde met een wasknijper samen vastzetten. Zo kun je de gehaakte draad aanschuiven.
- Nu kun je beginnen met de afwerking.
- Je rijgt het calotje met de opening naar boven door de 2 draden.
- Je rijgt 2 knijpkralen door de 2 draden. Je gebruik 2 knijpkralen omdat de ketting wel wat gewicht heeft.
- Je knijpt de knijpkralen nu stevig plat. (Let op dat je een klein stukje draad boven het knijpkraaltje hebt, maar niet zo groot dat deze uit het calotje piept als de het calotje gaat dichtmaken, je kunt een stukje van de draad afknippen met de kniptang)
- Buig nu het calotje voorzichtig dicht. Let op dat er geen stukje draad uitsteekt.
- Herhaal dit aan de andere kant. (Let op of de lengte goed om de hals sluit, even passen voor de spiegel)
- Buig nu het haakje van het calotje tot een mooi rondje met de rondbektang.
- Bevestig met behulp van de ringetjes het slotje aan de calotjes.
Om langdurig plezier te hebben van je zelfgemaakte sieraad, volgen hier nog een aantal tips
- Laat het sieraad niet in aanraking komen met water, het sieraad kan hierdoor verkleuren.
- Als je parfum gebruikt, spuit deze dan eerst op je huid voordat je het sieraad gaat dragen.
Lees verder