De lucifer, een werelduitvinding
Lucifers zijn misschien maar kleine dingen, maar o zo handig als je een vuurtje aan wil maken. Een lucifer is letterlijk een lichtbrenger. De uitvinding van de lucifer betekende een snelle toegang tot licht, warmte en veiligheid. Waar komt de lucifer eigenlijk vandaan? Wie heeft de lucifer uitgevonden?
Vuur
Een van de belangrijkste ontdekkingen van de prehistorische mens is wel het beheersen van het vuur. Met vuur konden roofdieren op afstand worden gehouden, er kon voedsel worden bereid en vuur zorgde voor verwarming waardoor koudere streken op aarde toegankelijker werden. Ook speelde vuur een rol in het bewerken van materialen, en was het een belangrijke aanjager van sociale contacten.
Een vuurtje maken
De prehistorische mens was voor het maken van vuur in allereerste instantie afhankelijk van toeval. Blikseminslagen konden verdroogd bos in brand steken en als je een brandende tak mee kon nemen kon je die gebruiken om in je verblijf zelf een vuurtje in stand te houden. Dat werkte maar tot het tijd was om verder te trekken of tot het vuur zonder brandstof kwam te zitten en weer uitging. Beter was het om het vuur zelf te maken wanneer het nodig was. Dat lukt door droge houtjes stevig tegen elkaar te wrijven tot deze zo heet werden dat droge takjes, blaadjes of mosjes vlam konden vatten. Een intensief karwei!
Dat moet beter!
Het was een nogal inspannende bezigheid, vuur maken. Er werd daarom al snel gezocht naar manieren om enerzijds vuur beter te bewaren en in stand te houden, anderzijds naar manieren om vuur gemakkelijker te doen ontstaan. Er ontstonden technieken om de houtjes sneller en eenvoudiger langs elkaar te schuiven. Maar hoe je het ook bekeek, het bleef een hoop werk.
Oplossingen
Door sommige chemicaliën met elkaar te mengen, ontstaan reacties die zoveel hitte produceren dat het tot ontbranding komt. Het zijn waarschijnlijk de Chinezen geweest die de eerste gedocumenteerde proeven met
lichtbrengende staafjes hebben gedaan. Het ging om staafjes dennenhout die met zwavel werden geïmpregneerd. Volgens een tekst uit 950 zou dat in het jaar 577 hebben plaatsgevonden. Niet precies op jaartal gedocumenteerd, maar ook de Romeinen zouden iets dergelijks al gekend hebben. Na de middeleeuwen, omstreeks 1530 werden de zwavelstokjes opnieuw in Europa populair.
De dompellucifer
Er bleef gesleuteld worden aan het principe van de lichtbrengende staafjes. Zo vond de Fransman
Jean Joseph Louis Chancel in 1805 een speciale variant uit, de dompellucifer. De stokjes die waren behandeld met zwavel en kaliumchloraat kwamen tot ontbranding door ze in zwavelzuur onder te dompelen. Aangezien zwavelzuur een gevaarlijk goedje is, dat lelijke brandplekken kan veroorzaken, was het een riskante aangelegenheid de dompellucifer tot ontbranding te krijgen. Het werkte, maar was dus niet zo prettig in gebruik.

Brandende lucifer
Lucifer
De Engelse chemicus John Walker mengde in 1827 kaliumchloraat met antimoonsulfide en stijfsel. Als dit mengsel langs schuurpapier werd gestreken, kwam het tot ontbranding. Het mengsel werd aanvankelijk op karton aangebracht, maar aangezien karton nogal snel brandt, was dit voor de gebruiker minder handig. Het karton werd daarom al snel vervangen voor een houtje. Een jaar later introduceerde koopman
Samuel Jones de term
lucifer, letterlijk:
lichtmaker.
Fosfor in de lucifers
De ontwikkeling van de lucifer kwam nu pas goed op gang. In de volgende stap werd fosfor gebruikt om de ontbranding te versnellen. In 1832 ontwikkelde
Charles Sauria een lucifer waarin fosfor was verwerkt. Er was maar heel weinig wrijving nodig om de lucifer te laten ontbranden. Eigenlijk té weinig, wat het voor de gebruiker niet veiliger maakte.

Doosje met veiligheidslucifers
Gustaf Erik Pasch
De Zweedse scheikundige
Gustaf Pasch stortte zich op het ontbrandingsprobleem van de lucifer. Fosfor versnelde de ontbranding, dát was goed. Hij zocht naar een manier om de fosfor te scheiden van de overige bestanddelen. Zijn oplossing was eigenlijk heel simpel: In de luciferkop zitten antimoonsulfide, mangaandioxide en kaliumcloraat. Deze combinatie maakte en stevige kop, maar ontbrandde niet snel. Daarnaast ontwikkelde hij een strijkvlak, waar je de lucifer overheen wrijft. Op het strijkvlak is glaspoeder aangebracht om de wrijving en dus de geproduceerde warmte te verhogen. Daarnaast rode fosfor, dat voor de snellere ontbranding zorgt. Een ideale combinatie! Omdat deze lucifer niet zomaar spontaan ontbrandt, werd dit model de veiligheidslucifer genoemd. (In het Zweeds:
säkerhets tändstickor. Letterlijk: veiligheid aansteekstokje)
Patent
In 1855 bedachten de Zweden
J.E. Lundström en
A. Sjöberg een manier om de lucifer industrieel te fabriceren. Hiervoor vroegen zij patent aan, en kregen dat ook. Vanaf dit moment kon de moderne lucifer de wereld gaan veroveren. Sinds deze tijd worden lucifers in doosjes (of boekjes) verkocht, die voorzien zijn van een strijkvlak om de lucifer op aan te strijken.
Moderne lucifer
Hoewel het principe van de lucifer ongewijzigd is gebleven, is wel de samenstelling van de kop gewijzigd. Er worden geen zwavelverbindingen meer gebruikt, maar daarvoor in de plaats een ijzer-fosforverbinding. In Europa waren de stokjes aanvankelijk van dennenhout gemaakt, tegenwoordig wordt hiervoor populierenhout gebruikt. In Amerika zie je de houten lucifer nauwelijks, hier worden vooral speciale kartonnen staafjes gebruikt. Je hebt ook modellen die gemaakt zijn van was.

Je kunt bijvoorbeeld kaarsjes aanmaken met een lucifer!
Moderne gemakken
Dank zij de lucifer is het veel gemakkelijker geworden vuur te maken. Kaarsen, gaspitten, open haard en het kampvuur, ze gingen allemaal gemakkelijker aan. Hoewel er tegenwoordig nog andere hulpmiddelen zijn bedacht voor de vuurmaakklus, kunnen we rustig stellen:
de lucifer, een werelduitvinding!
Ook leuk
Lucifers zijn natuurlijk bedoeld om vuur mee te maken. Toch zijn er nog wel andere dingen mogelijk. Lucifers worden bijvoorbeeld ook gebruikt om mee te knutselen. Omdat lucifers een gelijke lengte en dikte hebben zijn ze gemakkelijk te verwerken in allerlei knutselwerk, bijvoorbeeld in met luciferhoutjes gebouwde huisjes.