Schrijf uw eigen levensverhaal
Er is de laatste tijd veel belangstelling voor het (laten) schrijven van een levensverhaal. Een levensverhaal kan van grote waarde zijn, bijvoorbeeld voor dierbaren. Een geschreven verhaal blijft. Wil je je eigen levensverhaal schrijven, maar weet je niet hoe? In dit artikel staan tips om zelf een levensverhaal te schrijven.
Wat is een levensverhaal?
Een levensverhaal is, het woord zegt het al, het verhaal van je leven. Het begint meestal bij je geboorte en eindigt in het heden, maar dat hoeft niet perse. Het verhaal kan ook een deel van je leven beslaan, een fase die van groot belang is geweest voor jezelf en voor de vorming van je verdere leven.
Een levensverhaal is geen biografie. In een biografie zoekt de schrijver op basis van verschillende bronnen naar 'de waarheid' over je leven. Feiten worden zo goed mogelijk geverifieerd, voordat zij in een biografie terechtkomen. In een levensverhaal staan je eigen herinneringen, meningen en standpunten centraal.
Voor wie schrijf je je verhaal?
Je kunt je levensverhaal schrijven voor jezelf of voor anderen. De meeste mensen willen hun verhaal aan hun dierbaren geven. Dit kunnen kinderen of kleinkinderen zijn, maar bijvoorbeeld ook broers en zussen of vrienden. Ook zijn er mensen die hun levensverhaal willen uitgeven om het aan iedereen te laten lezen.
Hoe schrijf je je eigen levensverhaal? Praktische tips!
Drempelvrees
Allereerst is het belangrijk om over de drempel heen te stappen die jou tegenhoudt. Iedereen die naar school is geweest, kan schrijven. Het is vooral een kwestie van durven. Daarnaast is het nodig om tijd te reserveren voor het schrijven. Op elk moment kun je besluiten wat je belangrijker vindt. Meestal zul je dan iets anders kiezen dan te gaan zitten en schrijven. Vind je het schrijven van je levensverhaal echt belangrijk? Dan moet je er tijd voor maken. Zet het in je agenda, op de kalender of op je to do-lijstje.
Het kan helpen om te bedenken aan wie jij je verhaal wilt vertellen. Is het voor de kinderen of kleinkinderen? Wil je je verhaal kwijt aan je ouders of aan vrienden? Of ga je uit publiceren en mag iedereen het lezen? Als je weet voor wie je schrijft, kun je beter bepalen wat je van belang vindt en wat je weg wilt laten. Degene voor wie je schrijft, hoeft overigens niet degene te zijn die het later echt gaat lezen. De persoon kan bijvoorbeeld overleden zijn.
Hoe begin je?
Als volgende stap bedenk je welke gebeurtenissen uit je leven in ieder geval beschreven moeten worden en welke belangrijke personen in jouw verhaal aan bod zullen komen. Op deze manier maak je voor jezelf een kapstok waaraan je het verhaal kunt ophangen. Vervolgens kun je beginnen. Je gaat ervoor zitten en je begint alsof je vertelt. De volgorde is nog niet belangrijk, schrijf gewoon alles op wat in je opkomt. Het mag van de hak op de tak. Taal- en spelfouten zijn onbelangrijk.
Als je het moeilijk vindt om te beginnen, kun je jezelf simpele vragen stellen om herinneringen boven te laten komen, zoals:
- waar en wanneer ben ik geboren?
- wie zijn mijn ouders?
- wie zijn mijn broers en zussen?
- waar en wanneer ging ik naar school?
Een andere mogelijkheid is om daadwerkelijk aan iemand te vragen of hij wil luisteren naar jouw verhaal. De luisteraar zal je af en toe een vraag stellen als er onduidelijkheden zijn. Als je een luisteraar kiest die jou goed kent, dan zal hij kunnen deelnemen aan het gesprek met zijn eigen herinneringen. Dat is goed, want daardoor zul je jezelf ook meer herinneren. Een gesprek met belangrijke personen uit je leven is een goede strategie om je verhaal rijker te maken. Neem gesprekken altijd op en schrijf ze uit. De details maken het verhaal en die mis je als je enkel op aantekeningen van een gesprek vaart.
Je kunt er ook voor kiezen om foto's te kijken, alleen of samen met iemand anders. Kent die persoon jou goed? Dan zal hij ook herinneringen hebben aan veel van de foto-momenten. Je herinnering wordt rijker. Kennen jullie elkaar minder goed of minder lang? Dan dwing je jezelf om heel precies uit te leggen wat er op de foto's gebeurt. Dit maakt je eigen herinnering scherper.
Hoe werk je het uit?
Vanuit praktisch oogpunt is het goed om te schrijven met veel ruimte tussen de regels. Een nieuw onderwerp zet je op een nieuwe regel, ook al spring je daarna weer terug naar het oude onderwerp. Dit helpt bij het indelen van je verhaal.
Als je het verhaal hebt geschreven, zonder volgorde of indeling, gewoon alles wat in je opkwam, begint het indelen. Indelen kan op chronologische volgorde, dat betekent dat alle beschreven gebeurtenissen op de goede volgorde in de tijd achter elkaar worden geplaatst. Je kunt ook kiezen voor een thematische indeling, dan ga je alles per onderwerp bij elkaar zetten. Algemene thema's die voor de hand kunnen liggen in een levensverhaal, zijn vroege jeugd, schooljaren, vakanties, ouders, broers en zussen, huwelijk, gezin, werk en verlies.
Nadat je een indeling hebt gemaakt, ga je het verhaal opnieuw schrijven. Nu gebruik je mooie zinnen en schrijf je aaneensluitend. Je zult merken dat je je tijdens het herschrijven nog meer herinnert. Dat hoort ook bij het verhaal, dus schrijf het maar op. Ook zal je merken dat niet alles wat je in de eerste ronde hebt opgeschreven, mooi in het verhaal past. Het is aan jou om te besluiten of deze zaken belangrijk genoeg zijn om deel uit te maken van je levensverhaal.
Afronden
Na de tweede schrijfronde is het van belang om je verhaal een poosje te laten liggen. Als je het net hebt geschreven, zie je geen mogelijkheden tot verbetering. Na een periode van rust zie je die zeker. Als je durft, kun je na de tweede ronde aan iemand vragen om je verhaal te lezen en verbeterpunten aan je door te geven. Vraag met name om tips omtrent leesbaarheid en volgorde. Kies iemand die je vertrouwt en van wie je kritiek kunt verdragen en houd voor ogen dat jij uiteindelijk beslist over je eigen verhaal.
Na lezing door jezelf en eventueel iemand anders, besluit je dat het goed is of dat er nog een derde schrijfronde nodig is. Denk je na deze lezing dat het eigenlijk helemaal anders had gemoeten? Laat het verhaal nog enkele dagen liggen en lees het dan nogmaals. Als je het nog niet door iemand anders had laten lezen, dan moet je dat nu zeker wel doen! Opnieuw beginnen is eigenlijk geen optie meer in dit stadium. Je hebt op verschillende momenten bewuste keuzes gemaakt. Ga ervan uit dat je de juiste keuzes hebt gemaakt!
In een derde schrijfronde perfectioneer je het verhaal. Spel- en taalfouten verbeter je, kleine veranderingen in de volgorde van het verhaal maak je, overbodige woorden haal je weg. Controleer of je niet te vaak 'toen', 'dan' of 'dus' hebt gebruikt. In spreektaal valt dat niet op, maar in schrijftaal gaat het irriteren. Laat nu je verhaal ook aan iemand anders lezen en vraag hem om specifiek te letten op taal- en spelfouten en genoemde overbodige en irriterende woorden.
Durf na de derde ronde te stoppen met schrijven! Elke keer als je het verhaal leest, zal je nog punten ontdekken die je ook anders had kunnen doen. Dat geeft niet. Zoals het er staat, is het goed genoeg. Tot slot is het een mooi cadeau voor jezelf of iemand anders als je je verhaal laat drukken in een mooi boekje. Het ziet er mooi uit en maakt het verhaal leesbaarder. Er zijn verschillende websites die 'on demand' drukken vanaf één exemplaar.
Veel succes met schrijven!