recensieBoekrecensie: Iets geks in je hoofd (over PDD-NOS)
Het boek Iets geks in je hoofd gaat over Jorieke, een meisje dat het moeilijk vindt om met andere kinderen om te gaan. Ze wordt gepest en dat maakt haar erg onzeker en verdrietig. Haar ouders vragen raad aan een psychiater en hij ontdekt dat Jorieke PDD-NOS heeft. Jorieke is boos als ze hoort dat er iets geks in haar hoofd zit.
Gegevens van het boek
- Tekst: Gerda Prins
- Illustraties: Elze van der Mast
- Uitgeverij: Boon uitgeverij, Groningen
- Jaar: 2002
- Pagina’s: 68
- ISBN: 90 75913 22 2
- Voor kinderen vanaf 9/10 jaar
- Prijs: rond de 12 euro
Het verhaal
Jorieke schopt en slaat haar vriendin Marjolein omdat ze niet direct op de schommel mag. De moeder van Marjolein is boos, maar Jorieke snapt niet waarom, ze vindt dat altijd
iedereen haar moet hebben. Haar moeder komt haar ophalen en thuis moet ze gaan
nadenken over wat er verkeerd is gegaan. Haar moeder denkt dat het komt omdat er kinderen zijn die Jorieke pesten, maar die zijn te sterk om tegen te vechten. Haar boosheid reageert ze daarom misschien af op Marjolein.
Jorieke gaat naar een
psychiater omdat ze zo vaak heel erg boos is. Ze schopt en slaat dan, soms knijpt en krabt ze en ze zegt allemaal lelijke woorden. Eerst vindt Jorieke het helemaal niet leuk om naar een arts te gaan, maar na het eerste bezoekje wel, het is gewoon een leuke mevrouw.
Kinderen op school zeggen dat Jorieke stinkt en dat ze vlooien heeft. Ze durft het niet tegen de juf te zeggen maar wel tegen haar moeder die haar troost. Jorieke wil daarna graag met haar zus Nienke spelen, maar Nienke heeft geen zin, ze voelt dat Jorieke een
slechte bui heeft. Alle woede van die middag komt naar boven en ze slaat en trapt haar zusje heel hard. Jorieke vindt het maar stom dat Nienke wordt getroost door hun moeder. Jorieke wil
aandacht en gaat steeds harder gillen… ’s Avonds als Jorieke sorry heeft gezegd tegen haar zusje, vraagt haar moeder of ze samen met haar wil bidden. Maar Jorieke wil dit niet, ze is boos op God, hij helpt haar toch niet.
Manon, een van de kinderen die haar anders altijd pest, vraagt of Jorieke mee wil naar een winkel. Manon
steelt snoepjes en Jorieke denkt dat als ze meedoet, misschien niet meer gepest zal worden. De volgende dag is Manon niet aardig meer en scheldt ze op Jorieke. Jorieke gaat nu alleen naar de winkel om snoepjes te pakken. Thuis merkt haar moeder dat Jorieke iets verkeerds heeft gedaan en samen met haar vader gaat ze naar de winkel.
De psychiater weet nu wat er aan de hand is met Jorieke, ze heeft
PDD-NOS. De ouders van Jorieke leggen uit dat het betekent dat ze niet zo goed kan omgaan met andere kinderen, het wordt ook wel een kleine beetje autistisch genoemd. Jorieke wil het allemaal niet horen, ze heeft niets geks in haar hoofd.
De moeder van Jorieke is naar de psychiater geweest en om
medicijnen gevraagd die Jorieke wat rustiger zullen maken. Na een poosje is Jorieke gewend aan de medicijnen, maar ze wordt er niet echt beter van. Jorieke vindt het nog steeds niet leuk op school, ze wordt vaak gepest. Samen met haar papa en mama gaat ze een
andere school bekijken, daar komen alleen maar kinderen met bepaalde problemen. De klassen zijn erg klein en de kinderen krijgen dus veel aandacht. Pesten wordt absoluut niet toegestaan, heel veel kinderen hebben daar op vorige scholen al last van gehad. Jorieke vindt het een fijne school en na de vakantie mag ze er naar toe.
Een fragment
Papa zit bij Jorieke op de kamer. Er ligt een hoop rommel. Ze heeft eerst alle knuffels van haar plank door haar kamertje heen gesmeten. Nu ligt ze huilend op haar bed. “Dus… ik… ben… gek!” snikt ze. “Helemaal niet lieve meid! Hoe kom je erbij? Dat heeft mama niet gezegd.” “Ja, maar mama… zei… dat er iets kapot is. In mijn hoofd. Er zit iets geks in mijn hoofd,” jammert Jorieke alweer. “Luister eens Jorieke,” zegt papa. “Gek ben je niet . het is eigenlijk net zoiets als ziek zijn. Als je griep hebt, ben je dan gek?” Nee, schudt Jorieke. “Nou , jij bent ook niet gek.” “Maar hoe komt dat gekke dan in mijn hoofd? Die P…” Jorieke kijkt papa vragend aan. “PDD-NOS heet dat. Dat moet je maar goed onthouden. PDD-NOS of een béétje autistisch. Dat heb je zomaar lieve schat. Daar ben je mee geboren.”
Mijn mening
In het boek wordt duidelijk verteld wat voor problemen Jorieke op haar weg vindt. Ze wordt gepest, slaat en schopt haar zusje, ze voelt zich verdrietig en onzeker. Haar ouders proberen haar te steunen en zoeken hulp bij een psychiater. De diagnose wordt gesteld (hoe lees je niet) en Jorieke start met medicatie en gaat naar een andere school. Dit is het verhaal van één kind, medicatie is lang niet altijd nodig en of het kind beter af is op een speciale school hangt natuurlijk helemaal van het kind af. Het geloof komt even naar voren in het verhaal, de moeder van Jorieke wil samen bidden. Het boek is geschikt voor kinderen vanaf groep zes/zeven van de basisschool.
PDD-NOS
PDD-NOS is de afkorting van Pervasive Developmental Disorder - Not Otherwise Specified. In het Nederlands wordt het ongeveer vertaald als: een in alles (alle gebieden van de hersenen en daardoor dus het gedrag) doordringende ontwikkelingsstoornis, die niet op een andere manier (psychologisch) te benoemen is.