Gewoon Buitengewoon, door Ellen Verspeeten

Over de schrijfster, Ellen Verspeeten
Ellen Verspeeten heeft orthopedagogie gestudeerd aan de UGent en werkt als pedagogisch thuisbegeleidster. Dit boek is haar eerste kinderboek, het is het product van een studie van vier kinderen met autisme die naar school gaan in het ‘gewoon’ onderwijs. De illustraties zijn gemaakt door de Oostenrijkse tekenaar Michael Roher.Gegevens van het boek
- Titel: Gewoon Buitengewoon
- Tekst: Ellen Verspeeten
- Illustraties: Michael Roher
- Uitgeverij: EPO
- Gepubliceerd: 2010
- Genre: prentenboek
- Aantal pagina’s: 31
- ISBN: 978 90 6445 645 9
- Geschikt voor: kinderen vanaf een jaar of zes/zeven mijns inziens
Het verhaal Gewoon Buitengewoon
Ward is dol op treinen, hij kan er uren over praten en elke zondag gaat hij samen met zijn vader naar de treinen kijken. Als hij tekent zijn het meestal treinen. Ward zit op school en heeft het vaak moeilijk met de drukte in de klas, daarom heeft hij een eigen plekje waar hij rustiger kan werken. Als Ward in zijn element is, wrijft hij zijn handen tegen elkaar. Ward kijkt degene met wie hij praat vaak niet aan. En soms wordt hij kwaad en weten anderen niet waarom. Op de speelplaats loopt hij vaak rondjes, sommige kinderen moeten daarom lachen, maar Noor, zijn klasgenootje en buurmeisje niet, zij loopt gewoon met hem mee. Als de bel gaat, doet Ward zijn handen voor zijn oren, hij is extra gevoelig voor sommige geluiden. Als het te druk is op de speelplaats mag Ward soms binnenblijven, andere kinderen begrijpen dit niet en vinden het oneerlijk. Ward hoeft soms ook minder huiswerk te maken omdat alles wat hij doet heel veel energie vraagt van hem. Ward is soms een beetje anders dan gewoon maar met wat extra hulp en vrienden zoals Noor, kan hij toch vooral een gewone jongen zijn die naar school gaat en dingen doet die leeftijdsgenoten ook doen.De tekst en de illustraties
Op iedere rechterpagina tref je een paginavullende illustratie aan. Op de eerste pagina wordt Ward voorgesteld en zie je een jongetje met op de achtergrond een grijze muur met daarop een trein, een poppetje en twee rekensommen. Deze tekening staat ook op de voorkant van het boek. Op een andere tekening zie je Ward met zijn vader, ze kijken op zondagavond naar treinen die aankomen op een perron. Ze staan bij elkaar, Ward heeft nauwelijks expressie in zijn gezicht, zijn handen hangen langs zijn lichaam. Je ziet dat Ward in een speciaal voor hem ingericht hoekje in de klas zit, maar ook zie je hem aan een tafeltje naast zijn klasgenoten, hij is dan niet in zijn element, hij kijkt boos, heft zijn hand op en er is een soort bliksemflits boven zijn hoofd getekend.Op iedere linkerpagina vind je tekst, gemiddeld een regel of acht. Heel duidelijk wordt omschreven hoe Ward dingen ervaart maar ook hoe de mensen om hem heen reageren, de meester en zijn klasgenoten. De tekst en de tekeningen vullen elkaar goed aan.
Een fragment
Soms speelt Ward mee tikkertje.Hij begrijpt niet goed
hoe de kinderen het spel spelen.
Dan loopt Ward maar wat achterna.
Noor helpt hem en legt de regeltjes uit.
Als Noor erbij is, speelt Ward graag mee, dan is hij blij.