recensie’t Achterste van de tong, een boek over de gaper
In dit boek lees je over de geschiedenis, herkomst en betekenis van de gaper. Vroeger zag je ze als uithangteken aan de gevels van apotheken en drogisterijen waar ze de aandacht van de voorbijgangers moesten vestigen op de winkel achter hen, waar geneesmiddelen werden verkocht. De tekst is van Gusta Reichwein en Jorien Jas. De foto's zijn gemaakt door Co Steltenpool.
Inhoud artikel
Over de schrijvers Gusta Reichwein en Jorien Jas
- Gusta Reichwein: zij is hoofd collectie van het Amsterdams Historisch Museum (vanaf 1995). Opleidingen: Universiteit van Amsterdam, Academie voor Beeldende Kunst. In het verleden is Gusta Reichwein curator geweest bij het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen.
- Jorien Jas: conservator bij de Geldersche Kasteelen/Geldersch Landschap.
Gegevens van het boek
- Titel: ’t Achterste van de tong
- Tekst: Gusta Reichwein en Jorien Jas
- Fotografie: Co Steltenpool
- Uitgeverij: SDU uitgeverij, ‘s-Gravenhage
- Gepubliceerd: 1988
- Genre: geschiedenis
- Aantal pagina’s: 82
- ISBN: 90 12 05769 8
Bron: Foto infoteur Inhoud van het boek
Inleiding
Over het gevarieerde gezelschap van gapers, bestaande uit kleurrijke typen. Hun gelaatsuitdrukkingen kun je op veel manieren uitleggen: ze gapen ons aan, maar zijn ze verwonderd, zijn ze moe, of drijven ze de spot met voorbijgangers. De heer Van Os, drogist te Haarlem werd zich bijtijds bewust van het verdwijnen van de gapers en heeft in de loop der tijd een mooie collectie opgebouwd. Na zijn overlijden heeft zijn familie de gapers ondergebracht in een museum en in het Zuiderzeemuseum. In het Zuiderzeemuseum worden de gapers geëxposeerd in apothekerspand De Groote Gaper (afkomstig uit Hoorn).
’t Achterste van de tong…
In 1868 publiceerden Van Lennep en Ter Gouw hun werk over Nederlandse uithangtekens. Zij zagen in deze tekens de uitdrukking van het maatschappelijke leven. De gaper is echter een vreemde figuur in het Nederlandse straatbeeld. Er zijn veel theorieën over de gapers, maar niemand heeft een bevredigende verklaring. De gapers zouden nieuwsgierige pottenkijkers op afstand houden, of kwaad de tong uitsteken naar publiek dat niets kocht, gelijkenis vertonen met ornamenten in de kerkelijke architectuur: afschrikwekkend om boze geesten te weren. Gapers hebben als meest typerende kenmerk de opengesperde mond, maar valt de mond open door verbazing, of door slaap, of laat de persoon zijn tong zien aan een geneesheer. De oudst bewaarde gapers zijn gemaakt in de achttiende eeuw, maar de eerste schriftelijke verwijzing naar de gaper als uithangteken van een apotheek staat in de tekst van de klucht ‘Snappende Sijtgen’ uit 1620.
Moren en Muzelmannen
De Moor of Muzelman is waarschijnlijk het oudste type gaper. Meestal zijn ze herkenbaar aan de tulband, sommigen zien er uit als een Moor, anderen als sultans, maar ook koppen met Hollandse kenmerken. Waarschijnlijk werd de gaper in de zestiende eeuw voor het eerst gebruikt als uithangteken. In de vijftiende en zestiende eeuw namen Nederland (en andere Westeuropese landen) het monopolie over de handel met het Oosten over van Italië, Portugal en Spanje. Na 1585 werd Amsterdam de belangrijkste stapelplaats van kruiden en specerijen. De gaper werd geplaatst op winkelpuien van apothekers en drogisten: het oosterse uiterlijk stond voor de herkomst van de geneeskrachtige producten (letterlijk en figuurlijk). Gapers lijken wel iets weg te hebben van boegbeelden: in stijl en techniek en in symbolische waarde (verre landen). De gaper is een typisch Nederlands iets (Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden).
Het knechtje van de kwakzalver
Als knechtjes van de kwakzalver kwam je knechten tegen met het uiterlijk van een Moor, maar ook narren, zij amuseerden de toeschouwers met hun grappen en grollen. De nar vestigde de aandacht van het publiek op de geneeskunde als knecht van de kwakzalver maar ook als uithangsteken aan de gevel van apotheken en drogisterijen. Later was de nar niet meer zo in trek als uithangbord, zijn grappige verschijning paste niet goed bij het serieuze imago van de geneeskunde.
Bron: Foto infoteur Een bonte stoet
Het bonte gezelschap van gapers:
- Oosterlingen
- Narren
- Zieken
- Mannen in uniform: soldaten, brandweerlieden, politieagenten: wat zij vertegenwoordigen is een raadsel, mogelijk dat hun verschijning respect afdwong van het publiek.
- Restgroep: op zichzelf staande figuren, bijvoorbeeld met laat-middeleeuwse kleding en hoofddeksel.
De Groote Gaper
Is de gaper het symbool van de drogist of van de apotheker. De collectie van drogist Van Os wordt geëxposeerd achter de apotheek De Groote Gaper. Tegenwoordig is het ondenkbaar maar De Groote Gaper was eigenlijk zowel een drogisterij als een apotheek. Een van dingen die gemeenschappelijk bleef is de voorkeur voor de gaper als uithangteken.
Foto’s
In het boek tref je foto’s aan van de verschillende gapers (in kleur en zwart/wit), verder afbeeldingen van gravures, foto’s van gebouwen van vroeger, foto’s van een houtsnede en schilderijen.
Bron: Foto infoteur Mijn mening
Gapers kun je onder andere zien bij het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Ben je nieuwsgierig naar de achtergrond van gapers dan is dit boek heel leuk om te lezen. In het boek wordt terecht opgemerkt dat de gapers altijd wel enigszins raadselachtige figuren blijven ondanks het feit dat zij het achterste van hun tong laten zien. Het Nederlands Drogisterij Museum te Maarssen heeft een unieke collectie van originele gapers en vanaf 2010 is er de gaperdrieling te zien. Zij vormden een gaperlantaarn, die aan de gevel hing bij de drogisterij Christiaanse te Leiden.