recensieNederlandschen Hovenier en zijn Medicijnwinckel
Oude kruidenboeken blijven zowel kunstzinnig, geschiedkundig als medicinaal interessant om te bestuderen. Een van die 'nuttige' kruidenboeken is 'De Nederlandschen Hovenier" en zijn 'Medicijn-winckel'.
Dit boek vindt een plaatsje onder de overkoepelende term 'volksboek'. Bij de term 'volksboek' in de 17de en 18 eeuw denken we aan de verhalende boeken, vol riddermotieven, hoofse liefde, betoverde kastelen en belaagde maagden, die door moeizame 'questen' moesten veroverd worden. We denken aan Floris ende Blancefloer, Marieken van Niemegen, Reinaert de Vos, Uilenspiegel, de Ridder met de Zwaan, de Vier Heemskinderen, en meer. Worden dit soort literatuur nog besproken in het middelbaar onderwijs? De verhaalstof van deze boeken was aanvankelijk een soort elitair voorrecht van de hogere kringen, al noemen we ze nu 'volksboeken'.
Nuttige volkse boeken
Naast die verhalende boeken, de literatuur van die tijd waren er natuurlijk ook didactische boeken, die onmiddellijk gericht waren op praktische gebieden uit het lastige dagelijkse leven. Al staat de bestemmeling voor die boeken vaak in de titel te lezen (bvb. ' Den Nederlandschen Hovenier ' ), toch duurt het een hele tijd vooraleer de hele rijkdom door de eenvoudige 'landman' kan gewaardeerd worden. Cultuurspreiding is een moeilijke zaak geweest in alle tijden en slechts massale verspreiding en druk - in de twee betekenissen - kan die spreiding garanderen. Dat die massale spreiding vaak ook het materieel uitzicht van de werken beïnvloedde (vb. slordiger druk of goedkoper papiersoort) spreekt vanzelf.
Homblé
De studie van Homblé toont ons dit verschuivingsproces duidelijk aan via de grote vloed van volksgeneeskundige boeken. In die vloed duikt 'Den Nederlandschen Hovenier' op met volwaardige luister. Het 'vermakelyck Landt-Leven' lokt met Lusthoven en Hofsteden en de rijke keus van bomen, bloemen en kruiden. Geen eenzijdigheid, want in de tweede druk is er 'Den Verstandigen Hovenier' bijgevoegd.met de beschrijving van velerlei buitenlandse specerijen, kruiden en vreemde gewassen, met hun eigen aard, kracht en gebruik 'tot een ieders gerief ende welvaren '. Deel III gaat nog verder: 'Den ervaren Huys-houder oft Medicynwinckel' onderricht hoe men binnen en buiten de steden 'heylsame Medicijnen voor de ghebreken van Menschen en Beesten sal toemaken en bereyden'. Het boek onderricht hoe men 'uyt verscheyde Bloemen en Kruyden, nutte en welrieckende Wateren sal komen uyttrecken en distilleren'. Dat is volksgeneeskunde van het hoogste soort dat aarzelend ' volksboek ' kan genoemd worden omdat de inhoud wellicht de simpele noden van de volksmens ver overtreft.
A. G. Homblé is gekend van heem- en volkskundige tijdschriften, waar hij vooral schreef over volksgeneeskunde, dikwijls nog met de actualiteit verbonden. Hij was de aangewezen man om 4e reeks volkse publicaties over geneeskunde onder de loep te nemen. Hij toont aan hoe er voor elke kwaal een kruid gewassen is, begeleidt de beschrijving van uitheemse kruiden, gesteenten en stoffen van niet plantaardige herkomst, en kruiden die niet in de volksreceptuur voorkomen. De inleiding tot de volksreceptuur laat zien hoe er in hoofdzaak kruiden behandeld werden die zowel financieel als materieel bereikbaar waren voor de gewone mens. De uiterlijke vorm hebben deze publicaties veelal gemeen met de meeste volksremedieboekjes van de zestiende tot de achttiende eeuw: slordig gedrukte werken met wispelturige herwerkingen naargelang de beoogde volkslaag. Niet alleen voor land- en stedenbewoners waren volksremedieboekjes voorzien, maar ook voor zeelieden en matrozen.
Met Homblé kunnen we de uitgaven van de ' Nederlandschen Hovenier' met zijn 'Medicyn-Winckel' leren kennen. Zo kunnen we vaststellen, dat er naast de epische volksliteratuur ook een hoogstaande didactische literatuur bestond, waar wij de mensen van toen in leren kennen en waar ik als herborist nog wat nuttige of merkwaardige kruidenmiddeltjes kan ontdekken.
Een voorbeeldje: Om het haar te verdrijven en te laten uitvallen.
'Miereneieren met wijn vermenght en op gesmeert, maekt het haer los en doet het uitvallen, alsmede het sap van besien (bessen) van witten Wijngaert oft Bryonie, en het sap van alle geslachten van Wolfsmelck'
Waarom er middeltjes nodig waren om het haar te laten uitvallen, wordt er niet bij verteld.
Voor de gebreken der ooghen; om het zwakke gezicht te verscherpen
Neem het sap van Venkel twaalf loot, van Wijnruit zes loot, zuivere honingh vier loot, zet dit in een glas in de zon, en gebruikt dat, na het klaren, tot een oogwater.
Een recept dat zelfs nu nog te gebruiken is, alhoewel om beter te zien is het wel wat hoog gegrepen.