recensieBoekrecensie: 'De pier stort in' van Mark Haddon
Mark Haddon kreeg in 2003 internationaal erkenning voor zijn roman 'Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht' (The curious incident of the dog in the nighttime). De hoofdpersoon van dit boek is een 15-jarige, zeer intelligente autistische jongen en het verhaal wordt geheel vanuit zijn perspectief verteld. In 'Een akkefietje' (A spot of bother) uit 2006 wordt wederom een medische kwestie vanuit het gezichtspunt van de patiënt verteld. Met deze boeken bewees Hadden dat hij zich kan inleven in opmerkelijke mensen en situaties en daarover pakkend kan schrijven. Uit de verhalenbundel 'De pier stort in' (The pier falls) blijkt dat Haddon ook het genre van het korte verhaal feilloos beheerst.
Boekgegevens
- Auteur: Mark Haddon
- Titel: De pier stort in (The pier falls)
- Uitgeverij: Atlas Contact
- Verschenen: 2016
- Vertaler: Harry Pallemans
- ISBN: 9789025446963
Uitzichtloze situatie
De hoofdpersonen van de verhalen in 'De pier stort in' hebben het niet getroffen: in het titelverhaal zijn ze bijvoorbeeld op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. In een ander verhaal redt een man die een zware periode doormaakt een vrouw uit het water, maar zij is hem allerminst dankbaar ('De stuw'). De bemanning van een ruimtestation op Mars krijgt te kampen met zware tegenslagen en moet vechten tegen angst, depressie en zinloosheid. Een succesvolle man in de kracht van zijn leven wordt tijdens het kerstdiner geconfronteerd met zijn eigen duistere kant, waarna zijn leven in een neerwaartse spiraal raakt. De leden van een expeditie die in het Amazonegebied op zoek gaat naar twee verdwenen voorgangers, raken zelf ook het spoor bijster.
Kortom, het leven plaatst Haddons personages in een moeilijke of uitzichtloze situatie en ze moeten zelf maar zien hoe ze zich verder redden. Soms lukt dat tegen alle verdrukking in, soms gaan ze kansloos ten onder.
Pakkende stijl
Voor het schrijven van een pakkend kort verhaal zijn twee dingen nodig: ten eerste moet de schrijver direct op de eerste bladzij de uitgangssituatie zo kort mogelijk schetsen, zodanig dat de lezer door het verhaal wordt gepakt en door wil lezen; dat moet liefst zo onnadrukkelijk mogelijk gebeuren, want een lang exposé zoals in een roman haalt bij een verhaal meteen het tempo eruit. En ten tweede moet de schrijver het schrijven zelf beheersen; de voor de lezer onmisbare informatie moet op de juiste manier gedoseerd worden. Als de dialogen ook nog vlot lezen en geloofwaardig klinken, is dat mooi meegenomen.
Mark Haddon is in al deze vaardigheden een meester. Neem het begin van 'De specht en de wolf':
Elke keer dat ze wakker wordt is ze er een paar tellen lang van overtuigd dat ze, als ze haar ogen opendoet, de mobile van houten dieren zal zien die boven haar bed hing in het huis in Gloucestershire waar ze de eerste zeven jaar van haar leven heeft doorgebracht. (...) Dan doet ze haar ogen open en en ziet het ventilatiegat met zijn ring van beige vlekken en de vier kabels langs het plafond die Mikal met ducttape op de platen heeft geplakt. Ze ruikt vaag de lucht van zweet en warm plastic en menselijke uitwerpselen. In de ruimte achter de wand hoort ze de waterpompen draaien.
Dag 219. Ze komt overeind en wrijft haar ogen uit. Haar rug doet pijn.
Met minimale middelen wordt hier een wereld geschetst die direct fascineert: heimwee, wakker worden ver van huis tussen technische apparaten, een missie die kennelijk al een maand of zeven duurt. Wat is hier aan de hand? Zonder dat je de precieze situatie kent, heb je al een behoorlijk gedetailleerde, zintuiglijke indruk van de omgeving waarin de vrouwelijke hoofdpersoon zich bevindt. Daarvoor hoefde niets te worden uitgelegd, je ziet het zo voor je.
Een ander fraai voorbeeld is het begin van het verhaal 'Bunny':
Hij hield van Marsen en KitKats. Hij hield van Double Deckers en Galaxy Caramels en Yorkies. Hij hield van Reese's Pieces en Cadbury's Creme Eggs. Hij kon een hele doos Quality Street in één keer opeten en had dat ook enkele malen gedaan, misschien wel meer dan enkele.
Na deze openingszinnen weet je al: met deze hoofdpersoon zal het van kwaad tot erger gaan en waarschijnlijk niet meer goedkomen. Tegelijk heeft deze opsomming ook iets onweerstaanbaar komisch door de haast politierapport-achtige nuchterheid.
Vakmanschap
Een ander voorbeeld van Haddons vakmanschap is te vinden in het al genoemde verhaal 'De stuw', over een oudere man die een jonge vrouw uit een rivier redt. Zoals gezegd is ze hem niet dankbaar, maar er ontstaat tegen wil en dank toch een band tussen hen tweeën die lang standhoudt. Gaandeweg begint hij haar stugge gezelschap te waarderen:
Ze spreekt nooit een oordeel uit en probeert hem nooit op te beuren. Aanvankelijk ergert hij zich daaraan, maar langzaamaan ziet hij in dat dit allebei manieren zijn om iemand weg te loodsen van de dingen die je niet wilt horen. Hij kent niemand die zo goed luistert als zij. Of misschien valt ze hem alleen niet in de rede.
Overigens, zoals uit deze voorbeelden óók blijkt, is het boek goed en vlot vertaald door Harry Pallemans. Naast de schrijver verdient zeker ook de vertaler een compliment.
Ook de dialogen zijn prima in orde, zoals moge blijken uit dit gesprekje tussen dezelfde man en vrouw:
Hij zegt: 'Ik voel me eenzaam.'
'Ja?' Ze neemt een slokje thee.
Hij zegt: 'Ik word oud.'
Zij zegt: 'Dat is wel zo.'
Hij zegt: 'Ik ben bang om dood te gaan', al wordt het al iets minder erg doordat hij het hardop zegt.
Zij zegt: 'Ik kom op je begrafenis.'
Hij zegt: 'Ze zullen zich afvragen wie je bent.'
Zij zegt: 'Ongetwijfeld.'
Thematische eenheid
Door Haddons schrijfstijl en zijn grote empathische vermogen wordt deze bundel meer dan een verzameling losse verhalen; er is echt sprake van een thematische eenheid. Als je een overkoepelend thema zou moeten formuleren, zou dat iets zijn als de fascinatie voor de schoonheid van het leven, dat gruwelijk zwaar kan zijn maar je desondanks ook een paar onvergetelijke momenten schenkt die je kunt blijven koesteren. De man in 'Het pistool', die terugdenkt aan de keer dat een vriendje van hem een pistool had waarmee ze samen het bos in gingen, vraagt zich jaren later af hoe zijn leven zou zijn verlopen als het toen anders was gegaan. Hij herinnert zich een paar gedenkwaardige belevenissen die hem zijn bijgebleven en mijmert dan weer over die middag met het pistool:
[Het was] een van die momenten dat de tijd zelf lijkt te barsten en zich lijkt te vertakken, en achteraf zie je dat je als het net iets anders was gelopen nu een van die spooklevens zou leiden die met grote snelheid het donker in verdwenen.
Steeds bevind je je bij Haddon in het hoofd van de personages. Je beleeft hun angsten en emoties live mee, of je nu op een pier in een badplaats bent, in het Braziliaanse oerwoud, op een onbewoond eiland of op een andere planeet. De verhalen in deze bundel zijn pareltjes die na het lezen nog lang in je herinnering blijven fonkelen.