recensieLiteratuurtips kunstgeschiedenis
Er zijn zoveel kunstboeken. Welke zijn goed? Bondig en overzichtelijk of juist diepgravend en goed gedocumenteerd. Alleen over moderne kunst of beginnend in de prehistorie? In klein zakformaat of in kolossale uitvoering? Op grond van mijn studie en mijn ruime lees- en leservaring heb ik een lijst boeken samengesteld die je verder kan helpen wanneer je je wilt verdiepen in kunstgeschiedenis.
Kunstgeschiedenis algemeen: H. W. Janson, Wereldgeschiedenis van de Kunst (De Haan: Houten)
In het Engels onder de titel History of Art (Harry N. Abrams, Inc.: New York) verkrijgbaar. Dit is, sinds de jaren '60, hét standaardwerk dat studenten in Nederland op de universiteiten gebruiken, m.n. voor de kunst tot 1700. Echter, ook op vele andere plaatsen in de wereld wordt het gebruikt. Het is zeer uitgebreid, van de prehistorie tot en met de 20e eeuw, en informatief met zeer goede en vele kleurenillustraties en heel overzichtelijke tijdstabellen. De Nederlandse titel is wat misleidend, omdat niet-westerse kunst nauwelijks aan bod komt. De behandeling van de tijd na 1700 is wel een stuk oppervlakkiger dan alles wat ervoor zit. Ruim 800 pagina’s.
Kunstgeschiedenis algemeen: E. H. Gombrich, Eeuwige Schoonheid (Gaade)
In het Engels heet het The Story of Art (Phaidon: London). Men zegt dat Janson bijna alles heeft overgeschreven van Gombrich, één van de meest toonaangevende kunsthistorici van na de oorlog. Van dit boek werden al meer dan 6 miljoen exemplaren verkocht. Zijn stijl is pakkender, maar hij is ook subjectiever en beknopter in de informatie die hij geeft. Zijn illustraties zijn prachtig, met o.a. uitvouwbladen, maar minder in aantal dan die van Janson. Ook is hij enigszins bevooroordeeld tegenover moderne kunst, zij het op een heel eigen en doordachte manier. Hij leest wel heel fijn. Bijna 700 pagina’s.
Kunstgeschiedenis algemeen: Hugh Honour en John Fleming, Algemene Kunstgeschiedenis (Meulenhoff: Amsterdam)
In het Engels A World History of Art (Papermac: London). Honour en Fleming zijn jonger dan bovenstaande heren en bieden een zeer goed alternatief. Zij vertellen goed en gedegen en het interessante aan hun boek is dat zij ook de kunstgeschiedenis van andere gebieden in de wereld behandelen, zoals Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Verder lichten zij (v.a. de 6e druk) in elk hoofdstuk een kunstwerk gedetailleerd toe binnen zijn context en nemen ze in aparte kaders lange citaten op van toentertijd relevante teksten. Hun illustraties kunnen zich inmiddels in aantal en kwaliteit met die van Janson meten, zodat deze er een serieuze concurrent bij heeft gekregen. Temeer omdat hun behandeling van de kunst van 1700 tot nu veel beter geïnformeerd is dan die van Janson. Bijna 900 pagina’s.
Kunstgeschiedenis algemeen : Stephen Little, Kunst begrijpen. Inzicht krijgen in de belangrijkste kunststromingen (Librero)
Een heel handzaam en beknopt boekje dat de hele kunstgeschiedenis, van 1400 tot 2000, opdeelt in stromingen. Dat doet geen recht aan de realiteit, maar dat legt de auteur gelukkig goed uit. Elke ‘stroming’ wordt in 2 pagina’s uitgelegd en voorzien van een opsomming van belangrijke trefwoorden, jargon en verwijzingen naar verwante stromingen tijdens andere momenten in de kunstgeschiedenis. Het boekje op zich is onvoldoende om een echt goed beeld van ontwikkelingen en samenhangen in de kunstgeschiedenis te krijgen, maar het biedt wel een houvast in de wirwar van kunstuitingen van de afgelopen 600 jaar. Uitsluitend schilderkunst, rijk geïllustreerd, 160 pagina’s.
Moderne kunst: H.H. Arnason, A History of Modern Art (Thames and Hudson: London)
Helaas niet in het Nederlands verkrijgbaar. Een zeer uitgebreid overzicht van de westerse kunst van + 1850 tot heden (wanneer dat is, is afhankelijk van de druk die je hebt). Algemene hoofdstukken (21 stuks) die een goed beeld geven van wat er in een bepaalde periode speelde, worden afgewisseld met een haast encyclopedische opsomming van individuele kunstenaars met beknopte informatie over hun ontwikkeling en hun werk. Mooie kleurenillustraties, naast vele zwartwitfoto's. Ruim 700 pagina’s.
Moderne kunst: Charles Harrison en Paul Wood (red.), Art in Theory 1900-2000. An Anthology of Changing Ideas (Blackwell: Oxford UK & Cambridge USA)
Geen kunstgeschiedenis zoals de bovenstaande boeken, maar het uitgebreidste overzicht dat ik ken van teksten van kunstenaars zelf. Van Gauguin, Cézanne, Matisse, Klee en Kandinsky tot en met Rothko, Richter, Serra, Judd, Baselitz en Halley. Daarnaast zijn er veel teksten opgenomen van denkers die invloed op de kunsten hadden, zoals Freud, Bergson, Lenin, Benjamin, Greenberg, Sartre, Camus, Derrida, Baudrillard, Krauss en Kristeva. Gelukkig zijn de teksten wel gerubriceerd naar onderwerp en voorzien van goede inleidingen per tekst en per periode. Heel nuttig als naslagwerk. Ook dit boek is helaas niet in het Nederlands verkrijgbaar. Ruim 1100 pagina's, geen illustraties.
Moderne kunst: Edward Lucie-Smith, Kunstnu (Thoth: Bussum)
Oorspronkelijk Art Today. Een heel goed overzicht van de kunst die tussen 1960 en 1995 gemaakt werd, met de nadruk op de kunst van na 1980 en de ontwikkelingen in het denken over kunst na 1980. De tekst is kundig en doordacht en soms heel vermakelijk. Heel veel mooie kleurenfoto's van een enorm aantal kunstenaars, waaronder veel van buiten het Westen, hoewel de Britten en de Amerikanen het best vertegenwoordigd zijn. Pikant detail: geen Nederlandse kunstenaars. Zo’n 500 pagina’s.
Moderne kunst: Sandro Bucola, Timelines - The Art of Modernism 1870-2000 (Taschen)
Een interessant Engelstalig boek dat helaas alleen nog maar tweedehands te krijgen is. Bucola beschrijft geen chronologische kunstgeschiedenis met een afwisseling van stromingen en stijlen, zoals de meeste auteurs doen. Hij onderscheidt vier typen kunst als vier manieren om naar de werkelijkheid te kijken: realistisch, symbolisch, structureel en romantisch. Deze vier wijzen van kijken en kunst maken (niet te verwarren met stromingen) volgt hij van 1870 tot 2000 in parallel lopende tijdlijnen die heel helder in het boek worden geïllustreerd. Het resultaat is verrassend en verhelderend. Zijn teksten zijn heel beknopt en gebaseerd op een zeer uitvoerig werk dat hij eerder publiceerde. Zeer veel illustraties, vrijwel uitsluitend schilderkunst, 175 pagina’s.
Kunstbeschouwing: Ad de Visser, Hardop kijken. Een inleiding tot kunstbeschouwing, SUN
Een uitstekend, rijk geïllustreerd (zwart-wit), boekje waarin veel elementen uit de kunstbeschouwing aan bod komen. Het wordt gebruikt door studenten kunstgeschiedenis. Soms is het wat simpel en kort door de bocht, maar het is een lastig onderwerp om over te schrijven zonder in abstracties en wollig taalgebruik te vervallen. Het is de schrijver uitstekend gelukt een heldere inleiding in het onderwerp te geven.