recensieBoek "De Val" van Albert Camus: recensie & bespreking
Albert Camus was een van de meest unieke en originele schrijvers van de twintigste eeuw. De in Algerije geboren Fransman behoort samen met Sartre tot de pioniers van het existentialisme in de literatuur. Het boek "De Val" (oorspronkelijke titel: "La Chute") is een van zijn meest beknopte, maar ook krachtigste boeken. Het boek legt erg goed de menselijke zwakte bloot en toont bovendien de ijdelheid en de relativiteit van persoonlijke doelstellingen aan. Camus toont zich in "De Val" een groot kenner van de menselijke geest en zijn psychologisch inzicht is immens. Wat maakt het boek "De Val" van Albert Camus zo bijzonder?
"De Val" van een advocaat
In
“De Val” beschrijft
Albert Camus hoe een succesvol advocaat een ernstige relativeringscrisis doormaakt. In het Amsterdams café met de vreemde naam "Mexico City" richt hij zich tot een onbekende cafégast, die er het zwijgen toe doet. Geleidelijk aan groeit het vermoeden dat het hoofdpersonage, de succesvolle advocaat Clamence, zich in feite tot zichzelf richt. De val slaat in de eerste plaats op de zelfmoord van een vrouw die zich van een brug in de rivier de Seine stort. De advocaat kon in principe die vrouw achterna springen en eventueel redden, maar hij deed helemaal niks. Hij bleef aan de grond genageld en ging daarna sigaretten kopen alsof er niks gebeurd was. Dit gebrek aan handelen, waarover Clamence duidelijk berouw heeft, loopt als een rode draad door het hele boek.
Zelfmoord als keerpunt
Deze gebeurtenis is voor het hoofdpersonage een keerpunt in zijn leven. Vanaf dan gaat hij inzien dat hij ook maar een mens is en niet de “supermens” die hij dacht te zijn. De oudjes die hij de straat over hielp, de blinde voor wie hij zijn hoed afnam: de helpende hand die hij zo vaak verleende aan hulpbehoevenden waren meer een uiting van zijn
ijdelheid dan van altruïsme. Een goede daad in het theater van de samenleving, die hij alleen maar stelde om goedkeuring te krijgen van het publiek.
Ondergang van het succesvolle genie
De advocaat valt als het ware van zijn voetstuk, van de verheven plek waar hij zich dacht te bevinden, een gebied van intelligentie, respect en fysieke en mentale sterkte. Dat naar beneden tuimelen, de val, is ook
metafoor voor de mens die zijn eigen zwakheden en beperkingen gaat inzien. In deze optiek kan “la chute” ook wel vertaald worden als “de ondergang”. Het is best wel lastig om geconfronteerd te worden met je besluiteloosheid en je lafheid op het moment dat er iemand in het water springt. Dit inzien, dit keerpunt, leidt het hoofdpersonage naar een grondig zelfonderzoek.
Echte drijfveren Clamence
Hij komt te weten dat hij al die jaren werd geleid door ijdelheid, eer, egoïsme, erotiek, de liefde voor het spel, het verdrijven van verveling, terwijl hij oudjes over straat hielp. Heel de periode na de zelfmoord van de vrouw wordt hij hierdoor verteerd: het leidt tot het besef dat
onschuld niet bestaat. Iedereen heeft wel kleine, zwakke of gemene kantjes: de val slaat in ruime zin ook op de hele mensheid, of op de mens in het algemeen. Geen excuses meer, geen misstappen, geen verzachtende omstandigheden. Ieder intelligent man droomt ervan om met geweld te heersen over de maatschappij.
Van advocaat tot rechter-in-berouw
Dit besef brengt hem ertoe zijn beroep te veranderen van advocaat tot zogenaamd rechter-in-berouw. Interessant om weten is dat de naam van het hoofdpersonage, Clamence, slechts één letter verschilt van het Franse woord
clémence, dat genade of welwillendheid betekent. Het hoofdpersonage is het beu om nog mensen te verdedigen in een rechtszaal, want er zijn in feite geen onschuldigen; er is alleen de
erfzonde. Alle mensen zijn medeplichtigen.
Monoloog als biecht aan zichzelf
Wat we onder rechter-in-berouw menen te begrijpen, is dat hij zijn perfecte professioneel leventje heeft opgegeven om zich te richten op de zelfkant van de maatschappij. In bars en cafés van laag allooi oefent hij zogezegd zijn beroep van rechter uit, wat er waarschijnlijk op neerkomt dat hij de zondaars van deze wereld de aandacht geeft die ze vragen, namelijk een luisterend oor. Enkele raadgevingen of verzachtende woorden om hun geweten te sussen: dat is momenteel zijn “officieel” beroep. Het is zelfs goed mogelijk dat heel de
monoloog vooral een biecht is aan zichzelf: een tot inkeer gekomen geest die probeert te dialogeren met zichzelf om zijn bezwaard gemoed te verlichten.
Beste boek van Camus?
Denker
Door kenners en literatuurspecialisten wordt wel eens hevig gediscussieerd over het oeuvre van Albert Camus. Camus blijkt op filosofisch vlak een van de belangrijkste figuren geweest te zijn van het existentialisme en het absurdisme. Tegelijk is Camus een absolute topper van de literatuur van de twintigste eeuw, waarbij boeken als "De Pest" en "De Vreemdeling" het vaakst worden aangehaald als hoogtepunten. In vergelijking met deze twee boeken wordt "De Val" al te vaak onderschat. In "De Val" toont Camus zich een vlijmscherp psychologisch denker die de menselijke handelingen diep en genadeloos analyseert.
Onmacht
De onmacht en de machteloosheid die de mens vaak overvalt - ondanks al zijn goede bedoelingen om te kiezen voor het goede - is in het boek een cruciaal gegeven. De verdienste van Camus is dat hij dit kantje van de mens kristalhelder uitspit, en tegelijk - zonder dit als zodanig te formuleren - de relativiteit van filosofische en politieke systemen poneert. Om al deze redenen is
"De Val" het meest kernachtige en tijdloze boek van Camus, en misschien wel zijn allerbeste.