Creatief met textiel: appliqueren en batikken
Appliqueren is uit stof geknipte vormen op een ondergrond naaien. Dit kan zowel met de hand als met de naaimachine gedaan worden. Je kunt dit doen met een enkele laag stof, maar je kunt ook een Mexicaanse applicatie maken. Bij batikken maak je er gebruik van dat vet geen water opneemt. De batik-techniek komt oorspronkelijk uit Indonesië.
Appliqueren
Voor je begint is het raadzaam eerst te bedenken aan welk doel de stof waarop je gaat appliqueren moet voldoen. Als het om een kledingstuk gaat, moet je applicatie goed wasbaar zijn. Gaat het om iets anders, bijvoorbeeld een wandkleed, dan is het minder belangrijk of de de stof kleurecht is, belangrijker zijn dan de structuur en de kleur van de stof. Denk hier dus eerst over na en maak een plan.
Appliqueren met de hand
- Rijg de lapjes die je wilt appliqueren op de ondergrond.
- Zet deze lapjes met borduursteken vast. Een festonsteek is hier erg geschikt voor, maar een andere borduursteek die je leuker vindt kan natuurlijk ook. Denk ook even na over de kleur garen die je kiest, want een contrasterende kleur garen kan heel leuk zijn.
Extra: je kunt ook overwegen een draad langs de lapjes te leggen en die draad samen met de lapjes met dezelfde borduursteek vast te zetten.
Appliqueren met de naaimachine
- Als je met de naaimachine wilt appliqueren, is het nodig de lapjes waaruit je je vormen knipt eerst te verstevigen met dunne plakvliseline. Anders wordt het te rafelig.
- Knip de vormen zonder naden.
- Rijg de vormen op de ondergrond.
- Stik de vormen langs de randen vast.
- Ga met een cordonsteek (knoopsgatensteek) over de stiksteek heen.
Mexicaanse applicatie
De Mexicaanse applicatie wordt ook
cunatechniek of
molatechniek genoemd. Culatechniek naar de Indianenstam die deze techniek gebruikt; molatechniek omdat de Cuna-indianen deze techniek gebruiken om applicaties op mola's aan te brengen. Mola's zijn blouses.
Molatechniek
Hiervoor heb je minstens drie verschillende kleuren katoen nodig. Die lagen leg je op elkaar.
Bovenste laag
- Uit de bovenste laag knip je stukjes. Niet langs de rand, maar in het midden, het moeten echte gaten worden en ze moeten flink groot zijn.
- Nu kun je kiezen: je slaat de randen van die gaten een halve centimeter naar binnen en je zet ze onzichtbaar vast. Of je slaat de randen niet naar binnen en je zet ze met een borduursteek vast.
De laag eronder
Nu ga je gaten knippen uit de laag onder de bovenste laag. Jawel, dat begrijp je goed, dat kan allen binnen de begrenzingen van de gaten die je in de bovenste laag geknipt had. Ook bij deze laag kies je of je de randen naar binnen slaat en onzichtbaar vast zet, of dat je ze vastzet met een borduursteek. Zo ga je met iedere laag verder.
Batikken met de tjanting
Materiaal
- stof die gemaakt is van natuurlijke materialen
- houtskool of potlood
- batikwas
- oude kranten
- koudwaterverf in de primaire kleuren geel, rood en blauw
Gereedschap
- tjanting, dit is een bakje waar je hete was in kunt doen en waarmee je lijnen van was kunt trekken
- houten raamwerk
- (elektrisch) au bain mairie kooktoestel
- kwasten en penselen
- punaises
- bakken of emmers voor de verfbaden
- strijkijzer
- strijkplank
- grote pan
- schuimspaan
Werkwijze
De stof moet strak op het houten raamwerk gespannen worden. Daarna teken je je ontwerp met potlood of houtskool op de stof (deze lijnen worden later weg gewassen).
Je stof wordt eerst in het lichtste verfbad geverfd. Je moet daarom alle stof die niet geel, niet groen en niet oranje moet worden afdekken met was.
De was moet je voorzichtig au bain marie verhitten.
Nooit de was direct op het vuur zetten, want hij kan ontploffen. Grote vlakken stof vul je in met een kwast, motieven en lijnen breng je aan met de tjanting.
Eerste verfbad
Het eerste verfbad is het gele verfbad. Hoelang je de stof daarin laat, hangt ervan af hoe intens je de kleur wilt hebben. Als de kleur egaal wilt hebben, moet je de stof in beweging houden.
Na het verfbad kook je de was uit de stof in een grote pan met water. Als je het water na het koken af laat koelen, komt de was boven drijven. Voor je stof uit het water haalt, eerst de was met een schuimspaan uit de pan halen, want anders komt de was weer op je stof. Daarna strijk je de stof tussen een laag kranten om de rest van de was eruit te halen.
Tweede verfbad
Voor het tweede verfbad breng je opnieuw was aan. Dit gaat een rood verfbad worden. Je moet nu alle stof afdekken die geel moet blijven en je moet alle stof afdekken een andere kleur moet krijgen dan rood, oranje of paars.
Het verfbad gaat op dezelfde manier als het eerste verfbad, met als enige verschil dat je nu rode verf gebruikt.
Derde verfbad
Het derde verfbad is blauw. Je dekt alles af wat geel, rood, oranje moet blijven. Het geel dat groen moet worden en het rood dat paars of oranje moet worden dek je niet af. Daarna doe je weer hetzelfde als bij het eerste verfbad, met het verschil dat je nu blauwe verf gebruikt.
Craquelé
Als je dat leuk vindt en als het bij je ontwerp past, kun je de stof voor je 'm in een verfbad doet, kreukelen. De was breekt dan. In de breuklijntjes komt de verf dan ook. Je krijgt hierdoor een heleboel lijntjes waardoor je werkstuk er levendiger uit ziet.
Lees verder