Kleurpotlood: de techniek
Een aquarel maken vinden we voor een volwassene een geschikte hobby, iemand die zich waagt aan olieverf bewonderen we. Maar iemand die werkt met kleurpotlood??? Kleurpotlood is een materiaal dat we met kinderen associëren, maar het is een geschikt materiaal voor volwassenen om erg mooie werkstukken mee te maken. Om een mooi resultaat te bereiken met kleurpotlood, is het erg belangrijk dat je op een goede drager en met lichtechte kleurpotloden werkt.
Materiaal
- ivoorkarton
- potlood
- staafgum
- een vlerk (dat is een vlerk van een vogel die gebruikt wordt om de rommeltjes weg te vegen na het gummen)
- kleurpotloden van goede kwaliteit, bijvoorbeeld van het merk Caran d'Ache
- smetblaadjes (hiervoor kan A-4 papier gebruikt worden dat ook voor printer gebruikt wordt)
Ivoorkarton en kleurpotloden van een goed merk worden verkocht in winkels waar tekenmaterialen verkocht worden en in winkels die materialen voor kunstenaars verkopen.
Voorbereiding
Begin met een tekening te maken op het ivoorkarton. Ivoorkarton is kwetsbaar materiaal. Dat betekent dat het wel kan lijken of je iets weggegumd hebt, maar het lijntje blijft als afdruk in het karton zichtbaar. Daarom niet met het potlood op het karton drukken, houd het zo licht mogelijk. Als tekenen moeilijk voor je is, kun je ook een ansichtkaart natekenen.
Kleuren
Het inkleuren met kleurpotlood is een tijdrovend werkje. Je begint met de achtergrond. Je legt je smetblaadje met de rand precies tegen een scheiding op je tekening. In dit geval de scheiding tussen je voorgrond en je achtergrond. Je houdt je kleurpotlood zo licht mogelijk vast, je laat je potlood rusten op je middelvinger tegen je duim aan en met je wijsvinger geef je de koers van je lijnen aan.
Dan ga je heel licht arceren. Het begin van je lijn komt op het smetblaadje, want als je dat rechtstreeks op je tekening doet, wordt de plek waar je lijn begint donkerder. Als je een stuk gelijkmatig gearceerd hebt, draai je je vel 45 graden en ga je de andere kant op arceren. En daarna arceer je weer in een andere richting. De stukken die je niet in die kleur wilt hebben afdekken met je smetblaadje en je lijn altijd op het smetblaadje laten beginnen. Let erop dat je heel licht arceert, ga er vanuit dat je minstens 20 tot 30 keer op dezelfde plaats moet arceren voor het echt goed dekt. Dat is ook de bedoeling, want daardoor krijg je een gelijkmatig resultaat.
Mengen
De kleuren van kleurpotlood kun je mengen, maar dat gaat wel een beetje anders dan bij verf. Als je een mengkleur wilt hebben, moet je dat regisseren door over je bestaande kleur met een andere kleur te gaan arceren. Dus wil je groen en heb je dat niet, dan neem je een laag geel, met daarover in een andere richting een kleur blauw, en dan weer in een andere richting weer geel etc. etc. En dan goed opletten of de kleur groen naar je zin is. Zo niet, dan gebruik je vaker geel of vaker blauw.
Afwerking
Je bent klaar met kleuren als alleen een kenner nog kan zien dat je het met kleurpotlood gedaan hebt, het lijkt meer op krijt.
Daarna, als allerlaatste, kun je met een mesje heel voorzichtig witte plekken aanbrengen. Je krast de kleur dan heel voorzichtig weg. Dat doe je bijvoorbeeld als je een appel getekend hebt waar het licht op valt.
Lees verder