Droge naald ets, een introductie
Etsen is een diepdruktechniek. Je kunt de voorbereidingen thuis doen, maar het afdrukken niet, want hebt er een drukpers voor nodig. Diepdruk betekent dat er lijnen gemaakt worden in een vlak oppervlak. Deze lijnen bestaan uit kuiltjes en braampjes. Die lijnen worden ingesmeerd met inkt. De inkt gaat dan in de kuiltjes en de braampjes zitten.
Diepdruk
Alle andere inkt wordt weggehaald, dat heet het afslaan van de plaat. Het afdrukken gebeurt doordat de inkt uit de lijnen geperst wordt met een drukpers.
Materiaal
- zinkplaatje
- koperpoets
- etspapier
- inkt op oliebasis
- schuurpapier
Gereedschap
- metaalvijl
- poetsdoek
- etsnaald of passer
- tampon
- plantenspuit
- drukpers
Plaatje prepareren
Je begint met het plaatje te prepareren.
Het plaatje prepareer je door het op een tafelrand te leggen en de randen aan beide kanten met de metaalvijl af te bollen. Dat moet, omdat het plaatje anders onder de pers in het papier zal snijden. Als je het plaatje gevijld hebt, haal je de bramen weg met schuurpapier. We hebben het nu alleen over de randen, niet over het plaatje zelf. Daarna moet je het plaatje polijsten met koperpoets en een zachte doek. Je moet het zo goed polijsten, dat er geen andere krassen meer op staan dan de krassen die je zelf maakt.
Ontwerp
Het ontwerp maak je op gewoon papier dat net zo groot is als je plaatje. Je brengt je ontwerp daarna over naar spiegelbeeld door het bij daglicht tegen een raam te houden en de lijnen die je dan ziet over te trekken.
Ontwerp over brengen op de plaat
Tja, nu wordt het lastig. Etsen maak je door in het zinkplaatje te krassen met een etspen of een passerpunt. Hoe meer krassen je maakt, hoe donkerder je afdruk zal zijn. Je kunt dus schaduwwerking maken door veel lijnen dichtbij elkaar te krassen. Maar als je een fout maakt, staat je kras er en die zal ook afgedrukt worden....
Het insmeren van de plaat
Voor je de plaat gaat insmeren, maak je eerst het etspapier dat je voor je afdruk wilt gebruiken een beetje vochtig met behulp van de plantenspuit. Hoe vochtig het moet zijn moet je uitproberen, maar het steekt nogal nauw. Terwijl je papier vochtig ligt te zijn, smeer je de plaat in. Dit doe je met een tampon en je gebruikt minder inkt dan je zou denken. Als je zoveel inkt gebruikt als jij denkt dat nodig is, wordt het een smeerboel.
Het afslaan van de plaat
Het afslaan van de plaat doe je met de muis van je hand. De plaat moet helemaal schoon zijn voor je gaat afdrukken. Alle inkt moet je eraf halen. De inkt in de lijnen blijft vanzelf zitten.
Afdrukken
Dan ga je afdrukken. Als je dit niet eerder hebt gedaan, heb je daar een leraar bij nodig. Een drukpers is geen kinderspeelgoed en er kunnen ongelukken mee gebeuren.
Fouten die je gemakkelijk kunt maken
Er zijn twee fouten die je heel erg gemakkelijk kunt maken:
- je maakt het papier te nat
- je gebruikt teveel inkt
Papier te nat
Als je het papier te nat maakt is je werkstuk verknoeid, maar als je onervaren bent ontdek je dat pas als je werkstuk klaar is. Ik heb deze fout uiteraard zelf ook gemaakt. Het gevolg was dat het werkstuk niet echt mooi ingelijst kon worden. Er zit netjes een lijst omheen, maar is het niet mooi. Juist doordat er ook netjes een strak passe-partout omheen zit, valt het erg op dat het papier bobbelt. Daarom wil ik je op het hart drukken om ervoor te zorgen dat het papier weliswaar nat moet zijn, maar beslist niet té nat.
Teveel inkt
Teveel inkt is niet zo heel erg, want als je de plaat goed afslaat, heeft deze fout geen gevolgen. Maar tijdens het proces van het afslaan van de plaat heb je er wel last van. Als je teveel inkt gebruikt hebt is het afslaan van de plaat een verschrikkelijk smerig werkje.