Spatten: een eenvoudige zeefdruktechniek
Spatten is een eenvoudige zeefdruktechniek. Je hebt er geen bijzondere gereedschappen voor nodig, daarom kun je eenvoudig thuis doen. Bij zeefdruk gebruik je een sjabloon dat niet wordt afgedrukt. Boven dat sjabloon pers je op de een of andere manier de inkt of de verf door een zeef, waardoor alles om het sjabloon heen wel wordt afgedrukt. Spatten is de eenvoudigste manier om dit te doen.
Materiaal
- ecoline
- papier
- karton
- eventueel carbonpapier
Gereedschap
- spatraampje (hobbywinkel)
- of een vlamverdeler (huishoudzaak, voldoet net zo goed, maar is goedkoper)
- oude tandenborstel
- potlood
- schaar of breekmesje
Werkwijze
Je moet beginnen met een ontwerp te maken. Bij deze techniek moet je ontwerp een silhouet zijn. Je kunt bijvoorbeeld een plaatje uit een tijdschrift overtrekken of na tekenen. Zelf een tekening maken kan natuurlijk ook. Omdat je bij spatten een effect van 'beweging' erin kunt brengen, is het leuk als je ontwerp een bewegend iets is. Bijvoorbeeld een hardloper of een schaatsenrijder.
Breng het plaatje van je keuze over op karton. Dat kun je doen door op je karton carbonpapier te leggen, en daar weer bovenop je plaatje. Ga met je potlood de omtrekken van je silhouet na, daarna staat het op je karton. Knip of snijdt je ontwerp uit. Let erop dat het scherp is uitgeknipt of is uitgesneden. Rafeltjes zie je in je werkstuk.
Spatten
Leg je ontwerp op je papier. Als je ontwerp een beweging voorstelt, leg het dan aan een buitenkant van je papier of in een hoek. Doop je tandenborstel in de ecoline, een beetje afkloppen, want je krijgt gemakkelijk een vlek. Daarna met je tandenborstel over je spatraampje of vlamverdeler bewegen, zodat je kleine verfspatjes op je papier krijgt. Een dun laagje aanbrengen.
Pak dan heel voorzichtig je sjabloon op. Echt heel voorzichtig, want anders krijg je vlekken. Leg je sjabloon héél voorzichtig opnieuw neer, ongeveer een centimeter verschoven. Opnieuw spatten.
Deze handeling herhaal je meerdere malen, tot je sjabloon aan de andere kant van het papier ligt.
Als je dit proces een aantal maken herhaalt zie je op je papier het effect van beweging en snelheid.
Schaatsen
Een leuke toepassing hiervoor is bijvoorbeeld een een figuurtje van iemand die aan het schaatsen is. Zoek een dergelijk plaatje op in een tijdschrift, knip of snijd het uit en verstevig het eventueel door het op karton te plakken. Verschuif de schaatsenrijder bij iedere laag en klein stukje en hup: je hebt een winnaar gecreëerd.
Vliegen
Hetzelfde kun je doen met het silhouet van een vogel, of van een vliegtuig. Je kunt er ieder wezen of voorwerp voor nemen dat ongeveer in een rechte lijn beweegt. Zorg er wel voor dat het plaatje dat je als sjabloon kiest eenvoudig genoeg is om een duidelijk silhouet te geven.
Passe-partout erom
Daarna kun je je sjabloon
op het passe-partout plakken, alsof je figuurtje als het ware
uit het werkstuk gaat of misschien zelfs zo snel gaat dat het 't werkstuk uit schiet. Lijstje erom, klaar is je kunstwerk.